Telgang of kruisgang; wat is het verschil?

Om onderweg tijdens je canitrail of training te kunnen beoordelen of je hond onregelmatig loopt, is het handig om wat meer te weten over wat gebruikelijk zou zijn in het gangwerk van de hond zoals te zien is in het filmpje van Stephen Cunnane.

Vooral de draf in kruisgang of telgang is voor canitrailers belangrijk om te herkennen, omdat je afwijkingen, onregelmatigheden in de draf iets zeggen over hoe het bewegingsapparaat van je hond functioneert. Oftewel pas je de lengte van je training aan omdat je hond in de linkerachterpoot wat kreupel loopt. Of loopt hij met een te stijve rug en is het beter om de training over te slaan en in plaats daarvan wat meer te gaan werken aan de souplesse in de rug.

De beweging van de draf
De beweging van de draf begint vanuit het heiligbeen en wordt met een roterende beweging aan de rugwervels (sagittale en coronale wervels) doorgegeven. Tegelijkertijd wordt deze beweging ook via de beide bekkenvleugels aan de achterhand doorgegeven. De draf is een gang, waarin alle vier de poten goed samen moeten werken om de gang effectief te maken. Alle vier de poten moeten op precies het juiste moment ten opzichte van elkaar precies even grote passen maken.


Kruisgang versus Telgang

Kruisgang (trot in het filmpje) wil zeggen dat de diagonale poten tegelijk naar voren worden gezet. Linker voorpoot samen met rechter achterpoot en rechter voorpoot met linker achterpoot.

Telgang (pace in het filmpje) wil zeggen dat de beide poten aan een zijde tegelijk naar voren worden gezet. Linker voorpoot samen met linker achterpoot en rechter voorpoot samen met rechter achterpoot.

De kruisgang is voor de hond het meest gangbare. De telgang zie ik soms bij Quasar als we te langzaam canitrailen. En bij waterhonden blijkt de telgang gewoon normaal te zijn:)


Waarom kiest een hond voor de telgang en niet voor de kruisgang?

Dat hangt af van een aantal zaken:
1 de lengte van de rug
2 de lengte van de benen
3 het gewicht
4 de snelheid waarmee de hond loopt.


Lengte van de rug en benen: 
Honden met een korte rug ( vierkante bouw) en /of lange benen hebben meer de neiging om in telgang te lopen. Als een hond geleidelijk sneller gaat lopen wordt zijn paslengte in eerste instantie langer. Hierdoor naderen het achterbeen en het voorbeen aan één zijde elkaar. Om nu te voorkomen dat ze elkaar raken wordt het voorbeen iets eerder naar voren geplaatst. Hierdoor onstaat de telgangachtige stap. Bij het toenemen van de snelheid zal het voorbeen geleidelijk eerder naar voren gebracht worden en onstaat een zuivere telgang waarbij  de beide linker benen tegelijkertijd naar voren gebracht worden waarna het rechter been paar volgt. Een hond met een korte rug  zal ook bij een hogere snelheid langer in telgang blijven gaan.


Het gewicht:
 Ook honden die erg zwaar zijn hebben een voorkeur voor de telgang, omdat een zwaardere hond meer energie verbruikt om los van de grond te komen bij een zweeffase dan een kleinere of lichtere hond. De zweeffase heeft voordelen in het energie verbruik bij hogere snelheden. Zwaardere honden profiteren pas bij een hogere snelheid van dit voordeel dan een lichter gebouwde hond. De telgang blijft dus iets langer rendabel voor een zware hond.


Gemoedstoestand:
Ook de gemoedstoestand speelt een rol bij het optreden van de telgang. Angstige honden gaan eerder en hardnekkiger in telgang dan ontspannen honden. Doordat zo’n hond zijn staart iets intrekt en daarmee zijn kruis iets aantrekt wordt zijn rug relatief iets korter. Daarbij heeft zo’n hond een hoge spierspanning waardoor de beweeglijkheid tussen de ruggenwervels beperkt wordt. Voor een vrije draf is een draaiing van de ruggenwervels noodzakelijk.

Kruisgang geniet de voorkeur, maar veel honden lopen regelmatig in telgang bij bepaalde snelheid zonder dat er iets aan de hand is.

Vaak wordt de telgang als een foutieve gang bestempeld en dat is eigenlijk zinloos. Biomechanische verhoudingen bepalen bij welke snelheden een telgang nog rendabel is en wanneer de gang aangepast moet worden. Veel grote doggen laten de telgang zien, maar ook lichtvoetige windhonden omdat ze relatief lange benen hebben. Uiteindelijk gebruikt iedere hond op enig moment wel eens de telgang, hoewel teckels het hoogst zelden zullen gebruiken.

Het is wel zaak het patroon te herkennen, want bij honden, die normaal in kruisgang lopen en opeens in telgang, kunnen rugklachten de reden van de verandering zijn.

Weet jij wanneer jouw hond de voorkeur heeft voor de telgang?

Bron:  Hondse hoogstandjes door Marcel Nijland.