Wanneer kan ik met mijn pup beginnen met Canitrailen?

Een vraag die veel wordt gesteld in onze Facebook-groep is hoe oud je puppy moet zijn voordat je kunt beginnen met Canitrailen.

Het antwoord is; als de groeischijven eenmaal volgroeid zijn (minimaal 12 maanden oud).
Maar het genuanceerde antwoord is dat sluiting van de groeischijven afhankelijk is van het ras, de grootte van de hond, genetische aanleg en ook nog eens per hond verschillend is. Het is dus maatwerk…en ja dat maakt het voor jou als hondeneigenaar niet makkelijker op.

ONDERZOEK SLUITING GROEIPLATEN
In het onderzoek van Dirsko JF von Pfeil, Dr.med.vet, in Alaska Anchorage, Alaska, en Chalrles DeCamp, Dr. med. vet,  op de DAVCVSMichigan State University uit juli 2009 kun je alles lezen over de groeiplaten:

 

“ Sluiting groeiplaat en bijdrage aan algemene groei

Bij honden vindt de meeste groei plaats tussen de leeftijd van 3 en 6 maanden. De meeste honden bereiken 90% van hun volwassen grootte aan het einde van 9 maanden. De meeste groeischijven sluiten tussen de leeftijd van 4 en 12 maanden, afhankelijk van de anatomische eigenschappen en het ras van de hond. Het is echter onze klinische indruk dat de groeischijven van sommige honden van grote rassen pas na een leeftijd van 15 tot 18 maanden sluiten. Tabel 2 toont het tijdsbestek van het sluiten van de groeiplaat aan de voor- en achterpoten van de gemiddelde hond van 25 tot 30 kg. Groeiplaten die een groot percentage bijdragen aan de totale axiale groei van de lange botten blijven langer open in vergelijking met kleinere botten (bijv. , carpus, tarsus). Het is algemeen aanvaard dat epifysaire sluiting eerder optreedt bij kleinere dieren.

Wanneer de functie van de groeischijven ernstig wordt aangetast, kan anatomische misvorming optreden. Directe trauma, voeding en hormonale en genetische ethologiën zijn klinisch belangrijk voor groeistoornissen.”

http://vetfolio-vetstreet.s3.amazonaws.com/mmah/48/37155337d24e34963af2fc8e4cdce3/filePV0709_Von-Pfeil_P1.pdf?fbclid=IwAR1HkYo55bGk4QAp6gUm5z4Gj1Z6gA-E_uwm0j5gSiwEAcuhDnUmnN2dF1k

ONDERZOEK “WHAT’S THE LOGIC BEHIND NOT EXERCISING PUPPIES UNTIL GROWPLATES ARE CLOSED
Op 29 december 2019 publiceerde Dr. Darryl Millis het artikel “What is the logic behind not exercising puppies until the growth plates are closed” een artikel dat enorm goed ontvangen werd en direct wijdverspreid werd. Dit artikel is vertaalt door Carmen van de Kamp van Sporthond in Conditie en kun je vinden op haar website:

https://www.sporthondinconditie.com/blog/46-pups-beweging-in-de-periode-dat-de-groeischijven-nog-niet-gesloten-zijn

“ Al jaren is het zo dat fokkers, trainers en hondeneigenaren zeggen dat pups eigenlijk bijna niks mogen qua training en belasting tot de groeischijven gesloten zijn. Als orthopedisch specialist ben ik ook wel gevraagd om van 12 maanden oude honden röntgenfoto’s te maken om zekerheid te hebben dat de groeischijven al gesloten zijn.

Wat denkt de wetenschap over dit advies? Om te starten, wat is een groeischijf? De groeischijf, ook wel epifysairschijf genoemd, is de plaats waar de pijpbeenderen, de lange beenderen, van zoogdieren langer worden, deze zorgen dan ook voor het op lengte komen van het bot. In basis is dit hoe de hond groeit. Groei zorgt voor het op lengte komen van het bot en door het op lengte komen van het bot groeien de ledematen.

Het sluiten van de groeischijven is redelijk voorspelbaar qua leeftijd op basis van het formaat van de hond. Kleine rassen, toy, mini, hebben over het algemeen de groeischijven al gesloten met 6 tot 8 maanden oud, terwijl bij de grotere rassen ze open kunnen blijven tot 14 of 16 maanden. Onthoud wel, dat de meeste hoogtegroei al compleet is, voordat de groeischijven volledig gesloten zijn. 

Natuurlijk gebeuren er ongelukken waarbij een groeischijf breekt, maar vaak zijn dit soort breuken gerelateerd aan trauma zoals een aanrijding met een auto, een sprong vanaf grote hoogte of omvergelopen worden door een andere hond. En ja het klopt dat dit soort trauma vaak resulteert in het te vroeg sluiten van de groeischijven waardoor de poot korter blijft en soms verandert het ook de hoekingen van die poot, dat is vooral als het een deel van het lichaam betreft waar 2 botten verantwoordelijk zijn voor de lengtegroei zoals in de voorpoot de radius en de ulna. Bij een breuk in een groeischijf in een van de voorpoten is het vaak in de ulna waardoor daar de groei stopt en de radius blijft dan doorgroeien. Alleen kan ik echt naar eer en geweten me niet een situatie voor de geest halen waarbij groeischijven vroegtijdig gesloten zijn door enkel beweging of normale krachttraining.
 

In Noorwegen is er een studie gedaan naar aan beweging gerelateerde risico factoren met betrekking tot de ontwikkeling van op röntgenfoto’s zichtbare heupdysplasie onder de rassen Newfoundlander, Labrador Retrievers, Leonbergers en Ierse Wolfshonden (Krontveit, et al. Am J Vet Res 2012;73:838-846 )

Het onderzoek wees uit dat er waarschijnlijk een toename in de aanwezigheid van heupdysplasie was bij pups die tussen de geboorte en de leeftijd van 3 maanden trappenliepen. 

Een andere studie evalueerde de voeding, beweging en het gewicht als risicofactoren voor heupdysplasie en elleboogdysplasie bij Labrador Retrievers  (Sallander et al, J Nutr 2006, 136:2050S-2052S ). Vrij voer (ad libitum) ter beschikking was zeer duidelijk geassocieerd met de gewrichtsafwijkingen, ook al was het maar een kleine testgroep waar gebruik van is gemaakt tijdens dit onderzoek.

 

Het belangrijkste hierin is dat de pups vrij zijn van heup- en elleboogdysplasie en ook vrij van de genetische aanleg voor afwijkingen als OCD. 

Rennen achter ballen en stokken gegooid door de eigenaar is ook vastgesteld als een van de hogere risico factoren. Slater et al (Am J Vet Res.1992, 53:2119-24  ) stelde ook vast dat abrupte bewegingen, zoals ontstaan bij zaken als achter een bal of een stok die door de eigenaar gegooid wordt aanrennen, een grotere kans geeft op het ontwikkelen van OCD. Een afwijking die vooral voorkomt bij grote tot extreem grote rassen en die resulteert in verdikt kraakbeen in de gewrichten zoals het schoudergewricht, in een zwakker deel van het kraakbeen kan dit dan afbreken wat problemen en pijn geeft in het gewricht. Er wordt ook gesproken over trauma, zoals springen (landen), waardoor het bot onder het kraakbeen aangetast kan worden wat uiteindelijk ook in een verdikt kraakbeen kan eindigen waardoor dezelfde problemen, het afbreken van een stuk van het zwakkere kraakbeen, kan ontstaan. Maar, het ras, de genetische eigenschappen en het voer lijken een grotere bijdrage te leveren aan het ontstaan van OCD dan belasting van de gewrichten. 

Bovenstaande geeft daarmee aan dat abrupte bewegingen en bewegingen met een grotere krachtsexplosie misschien risicofactoren zijn voor sommige gewrichtsaandoeningen. Neem met betrekking tot bovenstaande onderzoeken wel mee dat er bij geen van de studies volledig rekening is gehouden met de genetische component op het gebied van gewrichtsaandoeningen van de honden. Daarnaast is er al redelijk goed onderbouwd bewijs dat als een pup overgewicht heeft de kans op een gewrichtsafwijking daardoor ook al groter wordt. 


Maar wat met betrekking tot gewone beweging, normale beweging?

Normale beweging zet druk op het kraakbeen in een gewricht, het gewricht wordt daardoor geconditioneerd om de druk, stress, die opgebouwd wordt te kunnen verwerken. Lichte tot gemiddelde inspanning zoals rennen van de honden kan daardoor aanpassing van het gewricht stimuleren. 

De meeste studies die een gemiddelde inspanning met normale bewegingsbelasting (lopend en rennend) tonen geen schade aan het gewrichtskraakbeen. Hierbij wordt er wel vanuit gegaan dat er geen abnormale biomechanische krachten op de gewrichten werken zoals heupdysplasie, elleboogdysplasie of gescheurde kruisbanden, want beweging veroorzaakt wel een versnelde ontwikkeling van artrose in afwijkende gewrichten. “

 

TOT SLOT
Op basis van beide zeer interessante onderzoeken en alle reeds bekende theorieën kun je stellen dat:
a.  Het rechtlijnig bewegen van je pup bevorderlijk is voor het ontwikkelen van gezond sterk kraakbeen en een verfijnd zenuwstelsel.
b.  Niet bewegen is voor de ontwikkeling van het kraakbeen van je pup funest.
c. De kwaliteit van het kraakbeen wordt juist slechter zodra je pup teveel kracht moet zetten en te lange afstanden aflegt.
d. Laat je pup geen abrupte bewegingen en explosieve activiteiten doen tijdens de maanden dat de botstructuur zich ontwikkeld (zie bovenstaand schema). 
Denk hierbij aan het gooien van een bal en stokken waarbij je pup allerlei doldwaze sprongen maakt om de bal of tak te kunnen vangen, of vol op de rem moet omdat hij te snel komt aanlopen om de stok op te kunnen pakken. Onderschat ook niet het ongecontroleerd stoeien en over elkaar heen buitelen in hondenlosloopgebieden. Mijn hond raakte eerder geblesseerd door die stoeipartijen als door het samen op een rustige draf hardlopen in de natuur.

Het is aan jou als baas de taak om je pup goed te begeleiden, voldoende beweging aan te bieden (niet teveel maar ook niet te weinig) en vooral om je gezonde verstand te gebruiken. Vind je het lastig om in te schatten wat je op welke leeftijd kan, wees dan gewoon voorzichtig en houd je aan het onderstaande schema die is gebaseerd op het gemiddelde zoals ik die heb geformuleerd in een eerder verschenen blog: https://canitrail.nl/2018/08/25/belastbaarheid-hond/

Gemiddeld kun je stellen dat de groeifase voorbij is volgens onderstaand schema:

☞ Bij kleine rassen (tot 10 kg)
10 – 12 maanden

☞ Bij middelgrote rassen (11 – 25 kg) – <50 cm
 12 – 15 maanden.

☞ Bij grote rassen ( vanaf 25kg ) > 50 cm
15 – 24 maanden

 

KLAAR OM TE BEGINNEN?
Zijn jullie zover om te beginnen dan is het natuurlijk fijn om goed op weg geholpen te worden met een aantal nuttige tips. Canitrail Trailrunners is een community in het Verenigd Koninkrijk waar je allerlei basisinformatie kunt vinden over het canicrossen. Veel van de basistechnieken van de canitrailsport liggen in dezelfde lijn als die van canicross met dien verstande dat de hond vanwege het endurance karakter van het canitrailen niet verplicht is om fanatiek te trekken.

Absoluut een aanrader is hun webinar over de basis van het canicrossen, uitleg over de materialen en waar je op moet letten bij het aanschaffen ervan, de looptechniek die significant anders is als bij het hardlopen zonder je hond en een voorbeeld van een efficiënte warming up.

Ben je zover om te beginnen met Canitrailen en ben je zelf ook nog niet een getrainde hardloper, dan is het 12 weken beginnersschema op de website van Canicross Trailrunners een mooie manier om te beginnen

https://965bdc9f-7c07-4d00-a4fa-77db4e4e2a4c.filesusr.com/ugd/757497_153a316ed259427db7fa043236ce9245.pdf

Veel plezier op de Canitrails:)

Honden in de Winter; waar houd je rekening mee

In de Hollandse wintermaanden kan het soms behoorlijk koud zijn met een gure noordenwind. De ene mens houdt ervan en de andere niet…net zoals er honden zijn die echt niet staan te springen om naar buiten te gaan in die koude winterdagen. Tijdens de wintermaanden kun je te maken hebben met sneeuw, ijs en ijzige koude wind. Hoe is dat voor je hond en waar kun je mee rekening houden.

Dat honden van nature goed tegen de koude kunnen is een misvatting.
Voor een gezonde hond die de hele dag buiten leeft zou dat inderdaad het geval zijn. Veel van onze honden leven vooral binnen in een omgeving met een constante binnentemperatuur van 19-21 graden waardoor ze geen dikkere buitenvacht (meer) hebben. Je kunt je voorstellen dat als de temperatuur plots onder het vriespunt komt je hond natuurlijk ook aan die buitentemperatuur moet wennen.

Voor puppies, oudere honden of honden met een dunne vacht kunnen last hebben van de kou. Oudere honden kunnen door de kou extra last krijgen van hun gewrichten. Honden met een hele dunne vacht, zoals veel windhonden, kunnen ook vaak niet zo goed tegen de kou. Voor deze groepen honden geldt dat ze als ze nat zijn geworden goed afgedroogd moeten worden. Je kunt ze eventueel een hondenjas aandoen.

Er zijn hondenrassen die van nature uit een warm klimaat komen, zoals de Galgo, Ridgeback, Boerboel en die hebben vaak moeite met onze koude maanden.

Ook de gezondheid van de hond is van grote invloed op het wel of niet goed kunnen omgaan met de hond.  Gezondheidsaspecten die o.a. meespelen zijn:
– zwak immuunsysteem
– ondervoeding
– slechte conditie
– slechte bloedsomloop

Kleinere hondenrassen kunnen sneller met hun buik tegen besneeuwde en koude oppervlaktes komen. In combinatie met hun vaak korte vacht en lage vetgehalte vertonen kleine honden vanaf 8 graden verschijnselen van kou. Bij middelgrote honden kunnen de eerste koude verschijnselen optreden rond de 5 graden. En bij grote honden met een dikkere vetlaag kunnen de eerste verschijnselen van kou optreden rond de 3 graden.

Foto gemaakt door Henk Jeuring tijdens de Natte Neuzen Trail in Montferland


De vacht van de hond
Er worden binnen bepaalde rassen vaak werklijnen en showlijnen gefokt. Honden die bijvoorbeeld gefokt worden op het uiterlijk kunnen honden zijn waarbij de functionaliteit van een goede vacht verloren is gegaan. Bij een sledehond moet de vacht ervoor zorgen dat hij tijdens een lange tocht warm blijft. Een herdershond moet zichzelf warm houden als hij het vee moet bewaken.

De vacht van de hond heeft een hele belangrijke functie en worden opgedeeld in dertien verschillende soorten vachtgroepen; bijvoorbeeld de kort -of gladhaar, de korte stokhaar met ondervacht, de honden met zacht dekhaar en ondervacht, ruwharige vacht, langhaar met ondervacht, viltvacht etc.  Bij de dubbele vachten bestaat de bovenvacht uit stijve haren die water en vuil afstoten en de ondervacht zorgt voor de isolatie.

Twee maal per jaar, een keer in het voorjaar en een keer in het najaar, wisselen de meeste honden van vacht. De wintervacht bestaat uit een overvloedige beharing van dikkere en stevigere haren. Maar omdat veel honden met name binnen leven, wordt het ritme van de vacht vanwege ons kunstlicht en onze centrale verwarming verstoort. Je kunt je voorstellen dat veel vachten van onze huisdieren moeite hebben met de wisselende extreme buitentemperaturen. Extra bescherming voor honden die niet meer de volledige isolerende functie van de vacht hebben is absoluut noodzakelijk.

Warmteverlies
Er zijn verschillende onderzoeken die aanwijzen dat een hond veel kou kunnen verliezen tijdens koude omstandigheden. Dat geldt niet alleen voor de honden waarvan wij het vanzelfsprekend vinden dat deze het sneller koud hebben. Hieronder vind je twee Duitstalige artikelen die laten zien op welke manier en waar honden hun warmte kunnen verliezen.

In dit artikel zie je honden en hun baasjes tijdens een koude winterdag. De kleuren op de foto’s laten zien waar het lichaam warmte verliest. De verschillende kleuren ontstaan vanuit het warmte verlies dat er is. Rood betekent warmteverlies, maar geel is nog (veel) meer warmteverlies. Dit betekent dat hoe lichter en feller de kleur geel aanwezig is op de foto hoe meer warmteverlies het lichaam heeft op die plek. Op de foto’s kun je heel goed zien op welke plekken de honden hun warmte verliezen. Wil je je hond ondersteunen bij koude weersomstandigheden wees je je dan ervan bewust dat met name de buik een gebied is waar veel honden hun warmte verliezen.


Wanneer heeft een hond het koud?
Het is belangrijk om te achterhalen of je hond het koud heeft. Wanneer hij het koud heeft kun je je hond namelijk beter helpen. Welke signalen wijzen erop dat je hond het kooud heeft:
– rillen
– moeilijker ademhalen
– zwakkere hartslag
– anders gedragen;
* keert zich meer in zichzelf
* zoekt geen contact
* wil niet spelen
* versterkte gedragsproblemen zoals sneller uitvallen, meert stress, angstig, etc

De lichaamstemperatuur van de hond ligt normaal gesproken tussen de 38 en 39 graden. Door inspanning en stress kan dit snel oplopen met een halve tot een hele graad, en door kou kan de temperatuur juist snel dalen. Iets lager is niet zo erg, maar wanneer de temperatuur beneden de 37.5 graden zakt en je hond begint afwijkend gedrag te vertonen, dan moet je direct contact opnemen met een dierenarts.



Wat moet je doen als je hond onderkoeld is?
De gemiddelde lichaamstemperatuur van een hond ligt tussen de 38 en de 39 graden. Bij de koude temperaturen in de winter of het te water raken van je hond kan je hond snel onderkoeld raken. Onderkoeling is levensbedreigend en je moet je hond daarom zo snel mogelijk hulp bieden. Om de lichaamstemperatuur van je hond hoog te houden zullen de spieren reageren door overmatig te gaan rillen. Ook zie je vaak dat de vacht wat rechtop gaat staan zodat er lucht tussen kan komen en voor een isolatielaagje zorgt. De lichaamsdelen van je hond voelen koud aan doordat de bloedsomloop zich alleen nog op de vitale organen richt. Het lichaam zal er alles aan doen om de hersenen, het hart en de longen zo lang mogelijk te laten werken. Je hond zal bij onderkoeling steeds zwakker worden en uiteindelijk bewusteloos raken. Wanneer er nu niet snel wordt ingegrepen zal je hond snel hierna overlijden door onderkoeling.

Er zijn een aantal dingen die je kunt doen als je hond onderkoeld is:

  • Breng je hond naar een warme omgeving
  • Wrijf je hond droog/warm met een handdoek (zo bevorder je de bloedsomloop)
  • Neem regelmatig de temperatuur op
  • Wanneer de temperatuur 37 graden is is het zaak om hem warm te houden door hem in een warme deken te wikkelen (uit de wasdroger, verwarmd op de verwarming bijv.), tegen een kruik aan te leggen
  • Voer de warmte niet te snel op, maar laat je hond geleidelijk aan opwarmen
  • Als je hond bij bewustzijn is kun je hem wat warms te drinken geven
  • Wanneer je hond een temperatuur heeft boven de 37,8 graden kun je alles weg halen; maar is het wel van belang hem in een warme ruimte te laten
  • Neem contact op met je dierenarts!
  • Wacht niet te lang wanneer je hond bevriezings- of onderkoelingsverschijnselen vertoont!


Heeft je hond bevriezingsverschijnselen?
Plaatsen waar weinig of geen haar is, zijn gevoeliger voor kou en kunnen bevriezen. De huid wordt op deze plaatsen bleek, grijs of blauw. Bevriezing zal sneller optreden in combinatie met harde wind. Bevriezingsverschijnselen kun je herkennen aan:

  • Bleke of rode en gezwollen huid
  • Pijn aan de oren, staart of klauwen bij aanraking
  • Huid blijft koud en ‘verschrompeld’

De lichaamsdelen die als eerste bevriezen zijn delen waar geen tot weinig haar op zitten, zoals:

  • Oorpunten
  • Voetzooltjes
  • Staartpunt
  • Bij reuen de balzak

Wat kun je doen bij bevriezingsverschijnselen?

  • Masseer de bevroren lichaamsdelen heel zachtjes met een warme doek. Pas op dat je de huid niet beschadigd!
  • Warm bevroren lichaamsdelen evt. op met lauw warm water
  • Wanneer huid donker verkleurt, neem dan direct contact op met je dierenarts om langs te gaan (spoed!)


Tips voor een heerlijke wintertijd:

Foto gemaakt door Dorethea Bil tijdens het Natte Neuzen Winter Weekend in februari 2019

1. Loop geen al te lange afstanden
De meeste honden zijn gek op sneeuw. Ze rennen uitgelaten heen en weer, vangen sneeuwballen of springen naar de dwarrelende sneeuwvlokken. Zelfs oude honden kunnen zich tijdelijk een ‘jonge god’ voelen en trekken vrolijk een paar sprintjes. Lopen in de sneeuw is echter extra vermoeiend. Bevroren grond is glad en niet veerkrachtig waardoor een hond sneller uitglijdt en een blessure oploopt. Daarnaast wandelt een grote hond gemakkelijker door de sneeuw dan bijvoorbeeld een teckel, die al snel tot zijn buik in de kou staat.
Houd er met kou rekening mee dat de temperatuur van je hond snel daalt. Dan kun je beter een paar korte wandelingen maken wil je je hond toch voldoende beweging geven. Doseren is daarom verstandiger.

2.Bescherm de pootjes; pas op met strooizout
Sneeuw, kou en pekel kunnen pijnlijke kloofjes in de voetkussentjes van een hond veroorzaken. Probeer daarom zo veel mogelijk bestrooide plekken te vermijden. Indien nodig kun je de voetzooltjes insmeren met een pootwax of vaseline, bij voorkeur met een (niet chemisch) product speciaal geschikt voor honden. De Vetramil Paw wax en Espree Paw Bam zijn uitstekende producten om hiervoor te gebruiken. Wanneer je na een wandeling thuiskomt dan kun je zout en vuil verwijderen met wat lauw water. Kun je langere stukken lopen over paden waar gestrooid is niet vermijden, dan zijn hondenschoentjes een goede oplossing.

3.Verwijder plakkende sneeuwklontjes
Sneeuw blijft snel aan de vacht van je hond plakken. Om dit wat tegen te gaan kun je de langere haren rondom de voetjes, staart, oren en andere delen van het lichaam wegknippen. Er zal dan minder snel sneeuw aan je hond blijven plakken.

Sneeuw klontert ook snel tussen de voetkussentjes bij je hond. Sneeuw tussen de pootjes bij de hond gaat snel irriteren en je hond zal dit weg willen kauwen. Het is aan te raden om regelmatig tijdens het wandelen even de pootjes van je hond te controleren en de plakkende sneeuw direct te verwijderen. Wanneer je dit laat zitten kunnen het ijsklonten worden die moeilijk te verwijderen zijn. Laat de ijsklonten rustig wegsmelten met je vingers, wanneer je eraan gaat trekken kan dit pijn doen voor je hond. Eventueel kun je hondenschoentjes aandoen om te voorkomen dat er sneeuwklontjes tussen de voetkussentjes gevormd worden.


4. Verwijder lange haren tussen voetkussentjes
Lange haren tussen de tenen van je hond kunnen leiden tot pijnlijke sneeuwklontjes. Een hond kan hierdoor mank lopen of onderweg steeds bezig zijn met het verwijderen ervan, waardoor hij wellicht ijs en pekel binnenkrijgt. Verwijder daarom tijdens wandelingen indien nodig zelf voorzichtig de sneeuwklontjes. Of gebruik een pootwax of vaseline. Vaseline is niet giftig voor honden; let er wel op dat de vaseline vrij is van toevoegingen.
Je kunt ook de haren tussen de voetkussentjes korter knippen. Bouw dit stapsgewijs op, ruim voordat de sneeuw valt, zodat je hond er rustig aan kan wennen. Knip de haren in het begin niet te kort omdat de ondergrond na het knippen voor een hond anders kan voelen.

5. Feit of fabel: hondenpoten blijven ook in de winter warm
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, hebben honden in de winter geen last van koude poten. De bloedvaten die bloed vanuit de poten naar het hart pompen en de vaten die bloed van het hart naar de poten pompen, liggen heel dicht bij elkaar. Het bloed dat vanuit het hart wordt rondgepompt is warm; die warmte stroomt direct door naar de bloedvaten die het koude bloed weer afvoeren. Zo warmt het koude bloed al wat op voordat het hart bereikt is. Een hond kan zijn lichaam hierdoor zeer effectief op de juiste temperatuur houden.


6. Sommige honden eten sneeuw

Ook zonder een sneeuwballengevecht zijn de meeste honden zo gek op sneeuw dat ze regelmatig hier en daar een hapje meepikken en de sneeuw doorslikken. In kleine hoeveelheden kan dit niet snel kwaad, maar als je hond een echte sneeuw-eter is moet je toch een beetje oppassen. Je hond kan vervelende maag- en darmklachten krijgen door het eten van sneeuw en hier buikpijn, misselijkheid en diarree aan over houden. Kies er daarom voor om de sneeuwballen in te ruilen voor een echte bal voor je hond.

Foto gemaakt door Dorethea Bil van Dink en zijn Casey tijdens het Natte Neuzen Winter Weekend februari 2019

7.Laat je hond niet op het ijs
Wees voorzichtig met bevroren vijvers, sloten, kanalen etc. Het is onverstandig om hier met je hond op te gaan. Wanneer je hond zelf de neiging heeft om dit op te zoeken, zorg dan voor afleiding en ga samen met je hond aan de slag om dit te voorkomen. Een hond kan niet (altijd) inschatten of het ijs dik genoeg is. Het gevaar kan zijn dat je hond door het ijs zakt. Ook zorgt de gladheid voor minder grip wat invloed heeft op de spieren, gewrichten en pezen wat voor blessures kan zorgen.

8. Zorg voor een gezonde hond
Je hond kan veel beter met de kou omgaan als hij gezond is. Een gezonde hond is een hond die niet te dik of te dun is, een gezonde vacht heeft en een goede conditie heeft. Goede voeding en supplementen voor een gezonde vacht hebben hier een belangrijke rol in.

9. Ga voorbereid op pad
Het is verstandig om voorbereid op pad te gaan en standaard een paar artikelen in je auto te hebben liggen:

  • deken(s) en een paar grote handdoeken
  • water
  • iets te eten voor hond en mens
  • een EHBO box voor hond en mens met onder andere traumeel, reguliere pijnstillers en bach rescue for pets erin. Één en ander afhankelijk van je hond.

Daarnaast is een volle benzinetank raadzaam. Mócht je in een winterse file terecht komen dan heb je voldoende brandstof om thuis te komen en je auto blijft onderweg warm.

Tot slot
De meeste honden zijn goed bestand tegen regen en kou. Hondenkleding wordt vaak beschouwd als een onnodig accessoire. Er zijn echter uitzonderingen. Bepaalde rassen, kwetsbare honden en vermoeide honden krijgen het bijvoorbeeld snel(ler) koud. Als je hond moeite heeft met kou is een kledingstuk voor je hond geen overbodige luxe.

Foto is van Raymondo Bosch met een deel van zijn team.

NB: een deel van de informatie komt uit de powerpointpresentatie van Raymondo Bosch die werd gehouden in januari 2019 ten behoeve van het Natte Neuzen Winter Weekend in februari in het besneeuwde Thuringerwoud, Duitsland.