Honden in de Winter; waar houd je rekening mee
In de Hollandse wintermaanden kan het soms behoorlijk koud zijn met een gure noordenwind. De ene mens houdt ervan en de andere niet…net zoals er honden zijn die echt niet staan te springen om naar buiten te gaan in die koude winterdagen. Tijdens de wintermaanden kun je te maken hebben met sneeuw, ijs en ijzige koude wind. Hoe is dat voor je hond en waar kun je mee rekening houden.
–
Dat honden van nature goed tegen de koude kunnen is een misvatting.
Voor een gezonde hond die de hele dag buiten leeft zou dat inderdaad het geval zijn. Veel van onze honden leven vooral binnen in een omgeving met een constante binnentemperatuur van 19-21 graden waardoor ze geen dikkere buitenvacht (meer) hebben. Je kunt je voorstellen dat als de temperatuur plots onder het vriespunt komt je hond natuurlijk ook aan die buitentemperatuur moet wennen.
Voor puppies, oudere honden of honden met een dunne vacht kunnen last hebben van de kou. Oudere honden kunnen door de kou extra last krijgen van hun gewrichten. Honden met een hele dunne vacht, zoals veel windhonden, kunnen ook vaak niet zo goed tegen de kou. Voor deze groepen honden geldt dat ze als ze nat zijn geworden goed afgedroogd moeten worden. Je kunt ze eventueel een hondenjas aandoen.
Er zijn hondenrassen die van nature uit een warm klimaat komen, zoals de Galgo, Ridgeback, Boerboel en die hebben vaak moeite met onze koude maanden.
Ook de gezondheid van de hond is van grote invloed op het wel of niet goed kunnen omgaan met de hond. Gezondheidsaspecten die o.a. meespelen zijn:
– zwak immuunsysteem
– ondervoeding
– slechte conditie
– slechte bloedsomloop
Kleinere hondenrassen kunnen sneller met hun buik tegen besneeuwde en koude oppervlaktes komen. In combinatie met hun vaak korte vacht en lage vetgehalte vertonen kleine honden vanaf 8 graden verschijnselen van kou. Bij middelgrote honden kunnen de eerste koude verschijnselen optreden rond de 5 graden. En bij grote honden met een dikkere vetlaag kunnen de eerste verschijnselen van kou optreden rond de 3 graden.
–
De vacht van de hond
Er worden binnen bepaalde rassen vaak werklijnen en showlijnen gefokt. Honden die bijvoorbeeld gefokt worden op het uiterlijk kunnen honden zijn waarbij de functionaliteit van een goede vacht verloren is gegaan. Bij een sledehond moet de vacht ervoor zorgen dat hij tijdens een lange tocht warm blijft. Een herdershond moet zichzelf warm houden als hij het vee moet bewaken.
De vacht van de hond heeft een hele belangrijke functie en worden opgedeeld in dertien verschillende soorten vachtgroepen; bijvoorbeeld de kort -of gladhaar, de korte stokhaar met ondervacht, de honden met zacht dekhaar en ondervacht, ruwharige vacht, langhaar met ondervacht, viltvacht etc. Bij de dubbele vachten bestaat de bovenvacht uit stijve haren die water en vuil afstoten en de ondervacht zorgt voor de isolatie.
Twee maal per jaar, een keer in het voorjaar en een keer in het najaar, wisselen de meeste honden van vacht. De wintervacht bestaat uit een overvloedige beharing van dikkere en stevigere haren. Maar omdat veel honden met name binnen leven, wordt het ritme van de vacht vanwege ons kunstlicht en onze centrale verwarming verstoort. Je kunt je voorstellen dat veel vachten van onze huisdieren moeite hebben met de wisselende extreme buitentemperaturen. Extra bescherming voor honden die niet meer de volledige isolerende functie van de vacht hebben is absoluut noodzakelijk.
–
Warmteverlies
Er zijn verschillende onderzoeken die aanwijzen dat een hond veel kou kunnen verliezen tijdens koude omstandigheden. Dat geldt niet alleen voor de honden waarvan wij het vanzelfsprekend vinden dat deze het sneller koud hebben. Hieronder vind je twee Duitstalige artikelen die laten zien op welke manier en waar honden hun warmte kunnen verliezen.
In dit artikel zie je honden en hun baasjes tijdens een koude winterdag. De kleuren op de foto’s laten zien waar het lichaam warmte verliest. De verschillende kleuren ontstaan vanuit het warmte verlies dat er is. Rood betekent warmteverlies, maar geel is nog (veel) meer warmteverlies. Dit betekent dat hoe lichter en feller de kleur geel aanwezig is op de foto hoe meer warmteverlies het lichaam heeft op die plek. Op de foto’s kun je heel goed zien op welke plekken de honden hun warmte verliezen. Wil je je hond ondersteunen bij koude weersomstandigheden wees je je dan ervan bewust dat met name de buik een gebied is waar veel honden hun warmte verliezen.
–
Wanneer heeft een hond het koud?
Het is belangrijk om te achterhalen of je hond het koud heeft. Wanneer hij het koud heeft kun je je hond namelijk beter helpen. Welke signalen wijzen erop dat je hond het kooud heeft:
– rillen
– moeilijker ademhalen
– zwakkere hartslag
– anders gedragen;
* keert zich meer in zichzelf
* zoekt geen contact
* wil niet spelen
* versterkte gedragsproblemen zoals sneller uitvallen, meert stress, angstig, etc
De lichaamstemperatuur van de hond ligt normaal gesproken tussen de 38 en 39 graden. Door inspanning en stress kan dit snel oplopen met een halve tot een hele graad, en door kou kan de temperatuur juist snel dalen. Iets lager is niet zo erg, maar wanneer de temperatuur beneden de 37.5 graden zakt en je hond begint afwijkend gedrag te vertonen, dan moet je direct contact opnemen met een dierenarts.
–
Wat moet je doen als je hond onderkoeld is?
De gemiddelde lichaamstemperatuur van een hond ligt tussen de 38 en de 39 graden. Bij de koude temperaturen in de winter of het te water raken van je hond kan je hond snel onderkoeld raken. Onderkoeling is levensbedreigend en je moet je hond daarom zo snel mogelijk hulp bieden. Om de lichaamstemperatuur van je hond hoog te houden zullen de spieren reageren door overmatig te gaan rillen. Ook zie je vaak dat de vacht wat rechtop gaat staan zodat er lucht tussen kan komen en voor een isolatielaagje zorgt. De lichaamsdelen van je hond voelen koud aan doordat de bloedsomloop zich alleen nog op de vitale organen richt. Het lichaam zal er alles aan doen om de hersenen, het hart en de longen zo lang mogelijk te laten werken. Je hond zal bij onderkoeling steeds zwakker worden en uiteindelijk bewusteloos raken. Wanneer er nu niet snel wordt ingegrepen zal je hond snel hierna overlijden door onderkoeling.
Er zijn een aantal dingen die je kunt doen als je hond onderkoeld is:
- Breng je hond naar een warme omgeving
- Wrijf je hond droog/warm met een handdoek (zo bevorder je de bloedsomloop)
- Neem regelmatig de temperatuur op
- Wanneer de temperatuur 37 graden is is het zaak om hem warm te houden door hem in een warme deken te wikkelen (uit de wasdroger, verwarmd op de verwarming bijv.), tegen een kruik aan te leggen
- Voer de warmte niet te snel op, maar laat je hond geleidelijk aan opwarmen
- Als je hond bij bewustzijn is kun je hem wat warms te drinken geven
- Wanneer je hond een temperatuur heeft boven de 37,8 graden kun je alles weg halen; maar is het wel van belang hem in een warme ruimte te laten
- Neem contact op met je dierenarts!
- Wacht niet te lang wanneer je hond bevriezings- of onderkoelingsverschijnselen vertoont!
–
–
Heeft je hond bevriezingsverschijnselen?
Plaatsen waar weinig of geen haar is, zijn gevoeliger voor kou en kunnen bevriezen. De huid wordt op deze plaatsen bleek, grijs of blauw. Bevriezing zal sneller optreden in combinatie met harde wind. Bevriezingsverschijnselen kun je herkennen aan:
- Bleke of rode en gezwollen huid
- Pijn aan de oren, staart of klauwen bij aanraking
- Huid blijft koud en ‘verschrompeld’
De lichaamsdelen die als eerste bevriezen zijn delen waar geen tot weinig haar op zitten, zoals:
- Oorpunten
- Voetzooltjes
- Staartpunt
- Bij reuen de balzak
–
Wat kun je doen bij bevriezingsverschijnselen?
- Masseer de bevroren lichaamsdelen heel zachtjes met een warme doek. Pas op dat je de huid niet beschadigd!
- Warm bevroren lichaamsdelen evt. op met lauw warm water
- Wanneer huid donker verkleurt, neem dan direct contact op met je dierenarts om langs te gaan (spoed!)
Tips voor een heerlijke wintertijd:
1. Loop geen al te lange afstanden
De meeste honden zijn gek op sneeuw. Ze rennen uitgelaten heen en weer, vangen sneeuwballen of springen naar de dwarrelende sneeuwvlokken. Zelfs oude honden kunnen zich tijdelijk een ‘jonge god’ voelen en trekken vrolijk een paar sprintjes. Lopen in de sneeuw is echter extra vermoeiend. Bevroren grond is glad en niet veerkrachtig waardoor een hond sneller uitglijdt en een blessure oploopt. Daarnaast wandelt een grote hond gemakkelijker door de sneeuw dan bijvoorbeeld een teckel, die al snel tot zijn buik in de kou staat.
Houd er met kou rekening mee dat de temperatuur van je hond snel daalt. Dan kun je beter een paar korte wandelingen maken wil je je hond toch voldoende beweging geven. Doseren is daarom verstandiger.
–
2.Bescherm de pootjes; pas op met strooizout
Sneeuw, kou en pekel kunnen pijnlijke kloofjes in de voetkussentjes van een hond veroorzaken. Probeer daarom zo veel mogelijk bestrooide plekken te vermijden. Indien nodig kun je de voetzooltjes insmeren met een pootwax of vaseline, bij voorkeur met een (niet chemisch) product speciaal geschikt voor honden. De Vetramil Paw wax en Espree Paw Bam zijn uitstekende producten om hiervoor te gebruiken. Wanneer je na een wandeling thuiskomt dan kun je zout en vuil verwijderen met wat lauw water. Kun je langere stukken lopen over paden waar gestrooid is niet vermijden, dan zijn hondenschoentjes een goede oplossing.
–
3.Verwijder plakkende sneeuwklontjes
Sneeuw blijft snel aan de vacht van je hond plakken. Om dit wat tegen te gaan kun je de langere haren rondom de voetjes, staart, oren en andere delen van het lichaam wegknippen. Er zal dan minder snel sneeuw aan je hond blijven plakken.
Sneeuw klontert ook snel tussen de voetkussentjes bij je hond. Sneeuw tussen de pootjes bij de hond gaat snel irriteren en je hond zal dit weg willen kauwen. Het is aan te raden om regelmatig tijdens het wandelen even de pootjes van je hond te controleren en de plakkende sneeuw direct te verwijderen. Wanneer je dit laat zitten kunnen het ijsklonten worden die moeilijk te verwijderen zijn. Laat de ijsklonten rustig wegsmelten met je vingers, wanneer je eraan gaat trekken kan dit pijn doen voor je hond. Eventueel kun je hondenschoentjes aandoen om te voorkomen dat er sneeuwklontjes tussen de voetkussentjes gevormd worden.
–
4. Verwijder lange haren tussen voetkussentjes
Lange haren tussen de tenen van je hond kunnen leiden tot pijnlijke sneeuwklontjes. Een hond kan hierdoor mank lopen of onderweg steeds bezig zijn met het verwijderen ervan, waardoor hij wellicht ijs en pekel binnenkrijgt. Verwijder daarom tijdens wandelingen indien nodig zelf voorzichtig de sneeuwklontjes. Of gebruik een pootwax of vaseline. Vaseline is niet giftig voor honden; let er wel op dat de vaseline vrij is van toevoegingen.
Je kunt ook de haren tussen de voetkussentjes korter knippen. Bouw dit stapsgewijs op, ruim voordat de sneeuw valt, zodat je hond er rustig aan kan wennen. Knip de haren in het begin niet te kort omdat de ondergrond na het knippen voor een hond anders kan voelen.
–
5. Feit of fabel: hondenpoten blijven ook in de winter warm
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, hebben honden in de winter geen last van koude poten. De bloedvaten die bloed vanuit de poten naar het hart pompen en de vaten die bloed van het hart naar de poten pompen, liggen heel dicht bij elkaar. Het bloed dat vanuit het hart wordt rondgepompt is warm; die warmte stroomt direct door naar de bloedvaten die het koude bloed weer afvoeren. Zo warmt het koude bloed al wat op voordat het hart bereikt is. Een hond kan zijn lichaam hierdoor zeer effectief op de juiste temperatuur houden.
–
6. Sommige honden eten sneeuw
Ook zonder een sneeuwballengevecht zijn de meeste honden zo gek op sneeuw dat ze regelmatig hier en daar een hapje meepikken en de sneeuw doorslikken. In kleine hoeveelheden kan dit niet snel kwaad, maar als je hond een echte sneeuw-eter is moet je toch een beetje oppassen. Je hond kan vervelende maag- en darmklachten krijgen door het eten van sneeuw en hier buikpijn, misselijkheid en diarree aan over houden. Kies er daarom voor om de sneeuwballen in te ruilen voor een echte bal voor je hond.
7.Laat je hond niet op het ijs
Wees voorzichtig met bevroren vijvers, sloten, kanalen etc. Het is onverstandig om hier met je hond op te gaan. Wanneer je hond zelf de neiging heeft om dit op te zoeken, zorg dan voor afleiding en ga samen met je hond aan de slag om dit te voorkomen. Een hond kan niet (altijd) inschatten of het ijs dik genoeg is. Het gevaar kan zijn dat je hond door het ijs zakt. Ook zorgt de gladheid voor minder grip wat invloed heeft op de spieren, gewrichten en pezen wat voor blessures kan zorgen.
–
8. Zorg voor een gezonde hond
Je hond kan veel beter met de kou omgaan als hij gezond is. Een gezonde hond is een hond die niet te dik of te dun is, een gezonde vacht heeft en een goede conditie heeft. Goede voeding en supplementen voor een gezonde vacht hebben hier een belangrijke rol in.
–
9. Ga voorbereid op pad
Het is verstandig om voorbereid op pad te gaan en standaard een paar artikelen in je auto te hebben liggen:
- deken(s) en een paar grote handdoeken
- water
- iets te eten voor hond en mens
- een EHBO box voor hond en mens met onder andere traumeel, reguliere pijnstillers en bach rescue for pets erin. Één en ander afhankelijk van je hond.
Daarnaast is een volle benzinetank raadzaam. Mócht je in een winterse file terecht komen dan heb je voldoende brandstof om thuis te komen en je auto blijft onderweg warm.
–
Tot slot
De meeste honden zijn goed bestand tegen regen en kou. Hondenkleding wordt vaak beschouwd als een onnodig accessoire. Er zijn echter uitzonderingen. Bepaalde rassen, kwetsbare honden en vermoeide honden krijgen het bijvoorbeeld snel(ler) koud. Als je hond moeite heeft met kou is een kledingstuk voor je hond geen overbodige luxe.
NB: een deel van de informatie komt uit de powerpointpresentatie van Raymondo Bosch die werd gehouden in januari 2019 ten behoeve van het Natte Neuzen Winter Weekend in februari in het besneeuwde Thuringerwoud, Duitsland.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!