Schouderblad en Harnas; waar moet je op letten?
Als Canitrail Trainer blijf ik me verdiepen in de anatomie van de hond, zijn natuurlijke manier van bewegen en wat daarop van invloed is. Ik blijf altijd open staan voor nieuwe onderzoeken en andere meningen …ook wat betreft het onderwerp: harnassen. Soms komt er een hond voorbij waarvan ik heel veel kan leren. Zo ook een Doberman teef die qua bouw anders in elkaar zit als mijn eigen hond. De honden-fysiotherapeut waar de eigenaar van deze Doberman liep had een opmerking over z’n huidige trektuig. Op basis van die opmerking ging ik nadenken en diverse onderzoeken lezen over het effect van de verschillende soorten harnassen op het natuurlijke gangwerk van onze honden.
c
Een van de belangrijkste delen van de hond waar we naar kijken bij het passen van het juiste harnas is het schouderblad. Deze moet vrij zijn om te bewegen conform de anatomie van de hond. Maar wat is dan de anatomie van het schouderblad (Scapula)? Welke beweging zou deze dan moeten kunnen maken om optimaal te kunnen canitrailen?
c
DE VOORHAND
Het schouderblad is een onderdeel van de voorhand van de hond. Met de voorhand van de hond bedoelen we het voorste deel van het lichaam dat bestaat uit het schouderblad, de borst en het voorbeen. Ook de hals en het hoofd worden bij de voorhand gerekend.
De voorhand draagt ongeveer 60% van het lichaamsgewicht en is in de beweging verantwoordelijk voor het veranderen van richting. De voorhand heeft zeker een aandeel in de stuwkracht van de hond, maar heeft ook een spaakfunctie om de stuwkracht vanuit de achterhand op te vangen en door te geven naar beweging.
c
SCHOUDERCONSTRUCTIE
De schouderconstructie is een complexe interactie tussen bot, spieren en bindweefsel, waaronder pezen en ligamenten. Het schouderblad zelf is een plat bot met een vrij uitgebreide spierbescherming, zowel mediaal (musculus subscapularis en serratus ventralis) als lateraal (musculus omotransversarius, supraspinatus, infraspinatus, deltoideus, trapezius, triceps en musculus teres minor).
In het plaatje zie je dat het schouderblad is verbonden met de nek (halswervels) en ribben (thorax) door spieren onder het blad (dorsaal) aan de platte kant van het schouderblad – en erboven vanaf de ruggengraat van het schouderblad. Spier “A” roteert het schouderblad, “B” strekt de onderarm en “C” strekt de elleboog.
c
GEEN SLEUTELBEEN
Anders dan bij mensen is het schoudergewricht bij honden geen kogelgewricht maar een scharniergewricht. Honden hebben ook geen sleutelbeenderen. Hun schouderblad zit los in het lichaam waarbij spieren het aan het lichaam bevestigen. De afwezigheid van het sleutelbeen zorgt bij honden voor meer flexibiliteit en bewegingsbereik in de voorpoten.
c
BEWEGING VAN HET SCHOUDERBLAD
Het schouderblad van de hond kan in drie richtingen bewegen (zie filmpje) en meedraaien met de beweging van de bovenarm (humerus) zodat het soepel kan meebewegen over de ribbenkast:
– Van voor naar achteren
– Omhoog en omlaag
– Heen en weer oscillerend (roterende bewegen om z’n eigen as)
Omdat de hond geen sleutelbeen heeft is dat anatomisch gezien vooral gunstig bij het rennen en springen, omdat het schouderblad hierdoor vrij in dorsoventrale richting kan bewegen wat de paslengte en efficiënte vergroot. Deze aanpassing is cruciaal voor duurlopen.
KANTELING SCHOUDERBLAD
De kanteling van de schouders naar achteren (Shoulder Lay-back) en naar elkaar toe (Shoulder Lay-in) zijn twee belangrijke elementen van de structuur van de hond die de beweging beïnvloeden. De hoek van deze kantelingen variëren van ras tot ras. Deze variatie hangt af van de taken waarvoor verschillende rassen zijn gefokt.
De “Lay-in” positie van de schouderbladen heeft betrekking op de kanteling van de schouderbladen naar elkaar toe (zie onderstaand plaatje). Deze kanteling naar binnen toe heeft invloed op hoe de hond zijn voorpoten op de grond zet tijdens het lopen. Naarmate de snelheid toeneemt van stap naar draf, bewegen de voeten naar een middenlijn om het evenwicht te bewaren. Rassen met schouderbladen die niet “inliggende” (gekanteld) naar de wervelkolom staan, bewegen over het algemeen niet naar een middenlijn of enkel spoor.
c
De term “Lay-back” van de schouders (zie plaatje) verwijst naar de kanteling van de schouderbladen richting de achterkant of romp van de hond. De “Lay-back” van de schouders beïnvloedt de mogelijkheid van de hond om zijn voorpoten naar voren te strekken. De lengte van de bovenarm of het schouderblad en de mate van achteroverleunen van de schouderbladen beïnvloeden samen de reikwijdte van de voorpoten wanneer een hond in beweging is.
c
HET JUISTE HARNAS
Tijdens het Canitrailen dragen onze honden altijd een harnas; bij langere afstanden zelfs 8 tot 10 uur. Een goed zittend harnas die past bij de natuurlijke beweging van je hond is dan ook net zo essentieel als het dragen van de juiste trailschoenen. Net als bij ons mensen kan een hardloopschoen die niet past bij jouw stijl van hardlopen met een verkeerde drukverdeling blessures veroorzaken. Bij honden is het niet anders want ook een harnas kan de natuurlijke beweging van de hond beïnvloeden en blessures veroorzaken.
c
INVLOED HARNASSEN
In de blog van Lez Graham kun je diverse onderzoeken vinden over de invloed van harnassen op het gangwerk van de hond zelfs wanneer er geen spanning op de lijn staat. Naast de harnassen met banden die over de schouders kruisen is uit onderzoek ook gebleken dat het Y-vormige harnasontwerp een beperking laat zien in de natuurlijke beweging van de hond.
“Honden zijn voelende wezens. Sommige reageren sterker op aanraking en proprioceptieve prikkels, waardoor ze zich terugtrekken van het harnas. Andere honden zullen juist reageren op druk, wat de ‘oppositiereflex’ wordt genoemd. Zij gaan juist meer trekken als ze een harnas dragen. Harnassen die een groot oppervlak van het lichaam van de hond raken, hadden volgens het onderzoek van Car et al. uit 2017 het grootste negatieve effect. Uit het onderzoek van Williams et al. uit 2023 bleek dat de effecten van het ontwerp van een tuig op het looppatroon verschilden per ras en rastype. Dit geeft aan dat individuele anatomische verschillen een rol spelen bij de manier waarop tuigen de beweging beïnvloeden. De meest recente studie uit 2024 van Dowdeswell en Churchill is absoluut de moeite waard om te lezen. De onderzoekers hebben namelijk niet alleen hun eigen testen uitgevoerd op dertig honden met zes harnassen, maar ook een grondige literatuurstudie uitgevoerd naar bestaand onderzoek.”
WAT IS HET CORRECTE HARNAS?
In een goed harnas laat de hond correcte bewegingen zien afhankelijk van de basisprincipes van een goede bottenstructuur, die deels door de natuur wordt bepaald. De hond kan er moeiteloos en effectief in bewegen, wordt niet gehinderd in z’n gangwerk, kan de wervelkolom makkelijk buigen of strekken en laat een mooie strekking van z’n voor- en achterpoten zien. Een schouderblad moet vrij kunnen bewegen naar voren/achteren, omhoog /omlaag en kunnen roteren om z’n eigen as. Alle harnassen die afbreuk doen aan een efficiënte beweging worden beschouwd als een verkeerd harnas.
c
Een goed passend harnas houdt rekening met de natuurlijke schouderkanteling van het ras. De kanteling van het schouderblad bij een Doberman is heel anders als bij een Duitse Staande Korthaar. Maar ook of je hond voornamelijk gaat trekken of niet. En of je hond voornamelijk in de draf loopt of in een galop (andere beweging van de wervelkolom). Het perfecte harnas voor de ene hond hoeft niet de juiste te zijn voor de andere hond. Ik heb diverse soorten harnassen geprobeerd bij mijn hond en door het gangwerk te filmen zag ik significante verschillen in het beweegpatroon.
c
Een goed passend harnas is ontzettend persoonlijk en niet voor het leven…mijn husky liet tijdens onze voorbereiding naar de 55km Ultra Canitrail een afwijkende draaiing zien in de beweging naar rechts wat werd veroorzaakt door een kleine blokkade in haar borst. Na de behadeling van de osteopaat en het harnas te vervangen voor een andere was er daarna niets meer aan de hand. Door regelmatig de hond te laten checken bij een osteopaat of fysiotherapeut kan het je ook inzicht geven over de drukpunten van het huidige harnas.
c
TOT SLOT; DE TREKPOSITIE VAN JE HOND
Hoe goed het harnas ook zit, uiteindelijk heeft de trekpositie van je hond een grootte invloed op z’n gangwerk. De ledematen van honden zijn biomechanisch ontworpen om voornamelijk in het sagittale vlak te werken (Fischer et al., 2014). De krachtproductie en -verdeling in harnassen onder verschillende trekhoeken kan specifieke spanningen op het musculoskeletale systeem genereren. De meest optimale trekhoek voor je hond is recht voor je waardoor je het risico op musculoskeletale blessures of vermoeidheid kunt minimaliseren.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!