Hoe kan ik mijn hond helpen bij extreme hitte?

Het is hartje zomer en de temperaturen stijgen naar de 40 graden. Op het internet en op Facebook zijn er gelukkig heel veel artikelen die gedeeld worden over hoe je kunt voorkomen dat je hond in deze temperaturen oververhit raakt. Er is niets ergers dan als je door wat simpele ingrepen had kunnen voorkomen dat je hondje komt te overlijden door oververhitting.

Hoe raakt een hond zijn interne warmte kwijt
Een hond kan niet zoals wij mensen z’n lichaamstemperatuur reguleren door middel van zweten. De mens heeft talloze zweetklieren, verspreid over de gehele huid. Honden niet. Honden kunnen hun warmte alleen kwijt door te hijgen of via de voetzolen. Bedenk daarbij dat de ondergrond waar de hond op loopt bij warm weer ook behoorlijk heet kan worden en het is niet raar dat honden het al snel véél warmer hebben dan wij mensen, zelfs bij matige inspanningen.

Het effect van hoge relatieve vochtigheid
In Nederland komt daar een facet bij namelijk dat het hier vochtig is. De hoge relatieve vochtigheid is vaak een groter probleem dan de temperatuur. Je hond koelt zich door te hijgen om zo het vocht in de luchtwegen te verdampen. De gemiddelde luchtvochtigheid in Nederland in de zomer is tussen de 74% en 82%.  Naarmate de lucht warmer wordt is er meer vocht in de lucht aanwezig. De relatieve vochtigheid in de lucht neemt dan toe,waardoor “zweet” niet meer kan verdampen, en dus treedt er nauwelijks tot geen koelend effect op voor je hond.

Als je hond zijn warmte niet kwijt kan, is er gevaar voor oververhitting, ook wel hyperthermie genoemd. Dit kan zeer plotseling optreden en een groot gevaar zijn voor de hond; honden kunnen in het ergste geval eraan overlijden.

Wat zijn de alarmsignalen als een hond oververhit raakt?

  • Heel erg hijgen
  • Veel kwijlen
  • Sloomheid en niet verder willen lopen
  • Warm aanvoelen
  • Bij meting temperaturen boven tussen 40.5 en 42! graden
  • Rode slijmvliezen
  • Buiten bewustzijn raken


Hoe kun jij als baasje voorkomen dat je hond oververhit raakt?

1.Laat je hond niet achter in de auto
2. Doe jullie activiteiten vroeg in de ochtend of laat in de avond
3. Pas de soort activiteiten aan aan de temperatuur
4. Vermijd asfalt, betonnen tegels,  zand – en off road paden in de volle zon
5. Kam je hond regelmatig om dode haren uit z’n vacht te verwijderen voor meer lucht tussen de haren (isolatie)
6. Geef je hond voldoende water en koel de pootjes af in een laagje water
7. Beter in je koele huis als buiten in de schaduw?
8. Het koelvest tijdens of na een korte wandeling ter bevordering van het afkoelen; werkt dat?

 

TIPS OM OVERVERHITTING TE VOORKOMEN!!

 

1.Laat je hond niet achter in de auto ook al heb je een raampje openstaan. Al binnen tien minuten stijgt de temperatuur in je auto met zo’n tien graden. Is het buiten 21 graden, dan is het na 10 minuten al 31 graden in je auto. Na een half uur zelfs al 40 graden.

2. Doe jullie activiteiten vroeg in de ochtend of laat in de avond als de temperatuur van die dag op z’n laagst is. Laat in de middag doen we een klein blokje om voor het nodige plaswerk, maar onze hond geeft vaak al na 5 tot 10 minuten aan dat hij terug naar z’n koele huis wil. Zo vroeg in de ochtend levert ook nog eens hele mooie momenten op:)


3. Pas de soort activiteiten aan aan de temperatuur.
 Liever een relaxte kleine 5km vroeg in de ochtend dan een lange duurloop van 20km. Niet alle honden hebben geleerd om naar hun lichaam te luisteren maar wel naar de baas. Probeer niet met je hond te lang te ballen in de zon of wild te laten spelen met andere viervoeters. Maak z’n omgeving zo prikkelarm mogelijk en laat hem lekker duf in de schaduw liggen.


4. Vermijd op warme dagen het asfalt, betonnen tegels, opgewarmde zand – en bospaden in open terrein 
. Twijfel je of het te heet is voor de pootjes van je hond? Plaats 5 seconden lang de rug van je hand of blote voet op het oppervlak. Is het te warm voor jou? Dan zeker voor je hond!
Ga niet fietsen, wandelen op het heetst van de dag tussen 12:00 en 15:00 uur. Verplaats jullie uitje naar een ander moment van de dag 🙂
Meer hierover lezen? Kijk eens op de website van rsdrnederland.

5. Kam je hond regelmatig om dode haren uit z’n vacht te verwijderen voor meer lucht tussen de haren en een betere isolerende werking van de vacht. “Baasjes denken vaak dat honden het heel warm hebben met hun dikke lange pels en willen hun hond hiervan verlossen door ze te scheren of te laten knippen. Integendeel, kort geschoren honden hebben het zelfs warmer en kunnen zelfs verbranden.

Op de foto zie je een hond die half geschoren is en half normaal behandeld. Zoals gemeten met de infrarood warmtemeter, zie je dat het geschoren stuk beduidend warmer wordt dan het niet geschoren stuk. Daardoor is het niet slim om je hond te scheren. Ze kunnen het er zelfs nog warmer van krijgen, verbranden en zelfs mogelijkheid om huidkanker te krijgen. Honden hebben er dus helemaal geen baat bij geschoren te worden in de zomer. Wat beschermt tegen koude, beschermt ook tegen de warmte en omgekeerd.”  – citaat en foto is van website ‘dierenhoekske”
Klik hier voor meer info over vachtverzorging bij deze hitte .

 

6. Geef je hond voldoende water en als het kan laat ‘m lekker met de pootjes afkoelen in een laagje water. Op jullie wandeling in de ochtend of avond neem je extra water mee en/of heb je een extra fles met water in de auto voor na afloop. Het water niet ijskoud geven, want net als bij mensen kan dat diaree tot gevolg hebben. Geef door de dag regelmatig vers water…dat vinden wij zelf toch ook lekkerder?!
Is er een poeltje water in de buurt waarin je hond met z’n pootjes kan staan dan geeft dat wat extra verkoeling. Maar let wel op dat het stilstaande water onderweg niet besmet is met allerlei bacteriën waard je hond ziek van kan worden. Botulisme

Zwemmen is prima ter afkoeling, maar zorg na afloop dat je hond goed opdroogt en niet te lang in de volle zon blijft staan. Kortharige honden kunnen door een te natte vacht sneller verbranden en bij langharige honden en honden met een dikke vacht kan de huid zelfs gaan broeien (vachtbroei), waardoor smetplekken kunnen ontstaan. Voor meer info: het verschijnsel vachtbroei

 

7. Beter in je koele huis als buiten in de warme schaduw?  Bij hoge temperaturen is het overdag binnen dankzij de nodige maatregelen koeler als buiten in de schaduw. Vroeg in de ochtend staan alle ramen en deuren tegen elkaar open om de warmte uit het huis te laten. Daarna gaat bij ons alles dicht. De ramen, de sunscreens en de gordijnen om de zon buiten te houden. Onze ventilators boven en beneden gaan aan en we maken onze eigen airconditioner met een aantal flessen bevroren water voor de ventilator. Lees op deze site hoe je je huis koel kunt houden.

De temperatuur binnen is bij ons dan ongeveer 26 graden, terwijl het buiten in de schaduw bijvoorbeeld 34 graden is.

 

8. Het koelvest als test proberen na een korte wandeling ter bevordering van het afkoelen; werkt dat?
Voor onze hond hebben we niet een koelmat maar een koelvest gekocht van een merk dat verkoelende producten verkoopt voor zowel mensen als dieren. Ik ben hier nogal sceptisch over want algemeen is het bekend dat als je een hond wil afkoelen je dat doet door water of in het extreemste geval puur alcohol te deppen in de oksels, onderbuik en voetzolen. Hoe kan dat dan met een vest op z’n rug? Of zoals bij een bandana in de nek?

Maar goed ik ben niet iemand die snel oordeelt dus trok ik de portemonnee ( de prijs viel mee) en kocht ik het Aqua Cooling jacket. Wat mij het meeste aan dit product opviel is het feit dat je het vest ‘droog’ aandoet bij je hond.  Dus je doet niet een nat gemaakte handdoek op de rug wat gevaarlijk zou zijn. Dat dit gevaarlijk zou zijn wordt trouwens ontkracht  in het artikel in Nu.nl door Dierenarts Jiske l’Ami, van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

Voordat je het vest kunt gebruiken maak je het ongeveer 30 seconden nat en laat je het vervolgens een paar uur drogen zodat de verkoelende gelkristallen het vocht volledig kunnen absorberen. Op hun website staat: “De gelkristallen -HyperKewl ™ – gebruiken polymeer om snel water te absorberen. De chemische reactie creëert een langdurig koeleffect door verdamping van het water. Gebruikers  kunnen een koeleffect verwachten dat 6 tot 9 graden lager is dan de omgevingstemperatuur. De exacte temperatuur is afhankelijk van diverse omgevingsvariabelen zoals vochtigheid, luchtstroming en dergelijke. Let erop dat zeer hoge luchtvochtigheid van meer dan 90% de eigenschappen van het materiaal sterk zal verminderen en dat HyperKewl ™ producten alleen dan nog zullen werken bij voldoende luchtstroming.”

Na het bestuderen van de beschrijving hebben we een uur of 3 voor zijn kleine plaswandeling in de late middag het koelvest nat gemaakt en laten drogen. Na onze kleine wandeling van 10 minuten, Quasar wilde al na 5 minuten weer terug, kreeg onze hond het koelvest om en heb ik hem in de koelte van ons huis geobserveerd. Opvallend was dat hij vrij snel al minder begonnen te hijgen, z’n ademhaling rustiger werd en hij zelfs al vrij snel ontspannen aan m’n voeten lag. Na 30 minuten hebben we het koelvest uitgedaan en bleef hij nog lange tijd zo heerlijk rustig en ontspannen ademhalen. Vervolgens hebben we het koelvest eens omgedaan tijdens een korte plaswandeling in de late middag en was het mooi om te zien dat hij minder aan het hijgen was, alerter om zich heen snuffelde en dat we pas na 20 minuten weer terug waren. Binnen in de koelte van het huis hebben we het koelvest uitgedaan en ook nu bleef het extreem hijgen wat hij op andere dagen wel deed uit.

Het koelvest beschouw ik als een mooie aanvulling op wat we al doen bij extreem warm weer. Maar wat mij betreft hoeft het niet langer als 30 minuten en het liefst onder mijn toeziend oog na een inspanning om het verkoelingsproces extra te ondersteunen. Inmiddels heb ik het koelvest nu zelf ook af en toe om…want ook voor mij biedt het een aangename verkoeling.  Snel maar de verkoelings-bandana en het verkoeling-petje met hetzelfde principe bestellen…Ik denk dat ik die ook maar eens ga proberen omdat ik zelf ook heel moeilijk mijn warmte kwijt kan:)


Link naar de Review van het baasje van Thor op de foto met het cooling jacket aan.

 

Succes met alle tips…en als je zelf nog een tip hebt, laat het ons dan weten met een mailtje naar canitrailnl@gmail.com

 

Een aantal tips van anderen:
* Maak zelf een hondenijsje en geef met mate om maagdarmklachten te voorkomen. En geef het ijsje niet meteen aan je hond: je hond kan met zijn lippen of tong aan het ijsje blijven plakken. Laat het ijsje even staan of spoel het ijsje af onder de kraan. Een aantal do’s en don’ts over hondenijsjes vind je in dit artikel. 
* Goed laten drinken. Als ze slecht drinken maak dan een een soort vissoepje van bijvoorbeeld Icepaw of een koolvisje.

 

En lees eens dit artikel op FB over het sporten met honden in warme omstandigheden

Starten met canitrailen …hoe doe ik dat?

Je loopt al geruime tijd hard en zou graag met je hond samen willen trailen. Maar hoe doe je dat? Waar begin je? Waar moet je mee rekening houden?

 

Raskenmerken
Ieder ras heeft z’n eigen kenmerken met daaraan gerelateerd een natuurlijke aanleg voor wat lange afstanden of niet. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de bouw van het skelet, de vorm van de snuit, structuur van de vacht en de ‘will to please’/ werklust. Mijn witte herder weegt 38 kilo, is in vergelijking met zijn broertjes uit hetzelfde nest enorm gespierd en vindt het heerlijk om in een energiezuinige draf te lopen. Hoe ver we uiteindelijk kunnen lopen zal de toekomst nog moeten uitwijzen…

 

Niet alleen uithoudingsvermogen opbouwen
Om lange afstanden te kunnen trailen is niet alleen het uithoudingsvermogen van je hond belangrijk. Je zal ook moeten werken aan zijn belastbaarheid, bespiering en coördinatie/ core stability. Maar ook goed materiaal is erg belangrijk. Denk aan een goed zittend harnas, heupgordel en een elastische lijn. Ik heb een voorkeur voor een korte lijn en meer gedrongen harnas op onze rustige duurloopje en heb een wat langere lijn en harnas voor als we meer full-speed gaan trainen om de trekkrachten beter te kunnen verdelen.

 

Aangelijnd meer belastend
Houd er rekening mee dat als een hond aangelijnd met je gaat trailen, wat in veel gebieden verplicht is, het extra belastend is voor je hond omdat wij voor hem ‘te traag’ lopen. Een hond is van nature een snuffelaar en legt vaak niet-aangelijnd veel meer kilometers af door heen en weer te lopen. Zijn bewegingen zijn dan veel efficiënter en altijd aangepast aan wat hij wil. Als je hond aangelijnd loopt kost het hem veel meer energie. Kan je hond dus uren ‘los’ meelopen dan is dat geen enkele garantie dat hij dat ook ‘aangelijnd’ kan. Wil je weten hoe het voelt om ‘onder je niveau’ te moeten lopen? Loop je normaal 10km/u ga dan eens 30 minuten lang gemiddeld 7,5km/u lopen en voel wat dat doet met je spieren, gewrichten, ligamenten en techniek.

Deze belastbaarheid zul je dus moeten trainen en vooral rustig opbouwen.

 

Volgroeid en uitgehard skelet
Om de belastbaarheid op te kunnen bouwen zal het skelet van je hond voldoende uitgegroeid en uitgehard moeten zijn. Het kraakbeen is bij een jonge hond nog zacht en vormbaar. Het is niet bestand tegen langere tijd achter elkaar belasten. Pas als hij volledig uitgegroeid en uitgehard is kun je de duurtrainingen uitbreiden, diverse tempo’s trainen en meer klimmen en dalen eraan toevoegen.

Gemiddeld kun je stellen dat de groeifase voorbij is volgens onderstaand schema:

☞ Bij kleine rassen (tot 10 kg) :  10 – 12 maanden

☞ Bij middelgrote rassen (11 – 25 kg) – <50 cm : 12 – 15 maanden.

☞ Bij grote rassen ( vanaf 25kg ) > 50 cm : 15 – 24 maanden

Op welke leeftijd je hond werkelijk is uitgegroeid verschilt niet alleen per ras, maar verschilt ook per individu. Het kan dus zo zijn dat de ene pup uit een bepaald nest veel eerder klaar is met groeien (vroeg rijp) en dat de andere pup uit hetzelfde nest een half jaar langer nodig heeft om op dit punt te komen (laat rijp).

Voor meer info hierover zie het artikel belastbaarheid.

 

Basiscommando’s
Voor jullie echt al kilometers gaan maken,  kun je je hond al wel laten wennen aan de basiscommando’s die je straks gaat gebruiken. Denk aan commando’s zoals:
– voor
– naast
– achter
– links
– rechts
– door ( ipv rechtdoor)
– go
– wandel
– stop
– rustig, etc..

Natuurlijk kun je je eigen commando’s verzinnen, als je maar consequent bent. Sommigen doen de commando’s in het engels of gebruiken termen uit de sledehondensport zoals ‘gee(=rechtsaf)’ – ‘haw (=linksaf)’ – ‘hike (=go)’ –  ‘easy (=vertragen)’ – ‘ho (=stoppen)’.

Ook kun je hem al laten kennismaken met diverse ondergronden en oefeningen in het bos doen die gericht zijn op de plaatsing van het lichaam (proprioceptie). En als voorbereiding op het echte trailwerk zijn allerlei Balans & Coördinatie oefeningen fantastisch om samen te doen.

 

Met canitrailspullen kennismaken
Voordat jullie de conditie werkelijk gaan opbouwen kun je je hond laten wennen aan het aan elkaar gebonden zijn. Om veilig ‘handsfree’ te kunnen canitrailen zijn de volgende materialen belangrijk:
– harnas voor de hond
– heupgordel voor de handler
– verende lijn

Een harnas voor de hond moet goed passen en zijn bewegingen niet belemmeren. Een heupgordel heeft de voorkeur boven het in de hand vasthouden van de lijn omdat je dan je eigen hardloopbeweging niet belemmert. Deze mag vooral bij een trekkende hond niet op je onderrug drukken. Dat is vragen om ernstige rugproblemen. De verende lijn is de verbinding tussen jou en je hond. Qua lengte is het belangrijk dat je je afvraagt of je hond veel naast je loopt of alleen maar wil trekken, want een te lange lijn bij een hond die naast je loopt is nog gevaarlijk ook omdat je er makkelijker over kunt vallen.

Laat je hond al in de beginfase van jullie canitrail-carriere kennis maken met het materiaal. Trek je hond z’n harnas aan, jij je heupgordel en de elastische lijn en ga er samen op uit. Ga samen wandelen, snuffelen en kleine stukjes hardlopen. Neem wat water mee in je trailvest en laat je hond drinken uit een flesje/ waterzak of opvouwbare drinkbak. Doe zelf trailschoenen aan met voldoende profiel om te voorkomen dat je onderuit gaat op de trails. Test schoenen met veel demping en weinig demping, want als mijn hond behoorlijk aan het trekken is over de harde bospaden zijn schoenen met extra demping zeer welkom.

In dit stadium wil je je hond enthousiast maken om samen eropuit te gaan.

 

Moet je hond trekken
Bij het canitrailen hoeft je hond niet te trekken. Het kan soms wel eens handig zijn, maar is zeker geen vereiste zoals bij het canicrossen.
Wat wel belangrijk is, is dat je je hond leert om op allerlei posities te kunnen trailen. Dit kun je in de voorbereiding ook al trainen met je hond.
– Voor lopen: is handig bij single tracks en als je heuvel op gaat
– Naast lopen: is noodzakelijk bij steile afdalingen
– Achter lopen: bij technisch moeilijke afdalingen

Ik heb Quasar geleerd om ‘voor’ te lopen door eerst voertjes voor j ons op een single track te gooien. Zodra hij dan voor liep gaf ik het commando ‘voor’ onbeloonde hem ook nog eens met mijn stem. Maar cecht trekken deed hij niet. Vond ik ook niet zo erg omdat ik zijn jonge lijfje niet teveel wilde belasten. Pas toen we een aantal canitrailers hadden uitgenodigd om samen mee te lopen ging hij ineens trekken. Mijn hond kon daardoor ‘voor-lopen’ en ’trekken’ afkijken van de andere aanwezige honden.


Je hond is leidend
Tijdens het uitbreiden van de kilometers houd je je hond continu in de gaten. Je kunt beter te langzaam opbouwen als te snel. Honden willen zo ontzettend graag hun baasje ‘pleasen’ dat ze vaak ver over hun eigen kunnen/ grenzen gaan. Als je hond aangeeft dat het voor vandaag genoeg is, stop dan ook onmiddellijk. Waarschijnlijk heeft ie al veel langer pijn of is hij hij al heel lang moe voordat jij het door hebt dat er iets aan de hand is. Push je hond nooit om iets te doen of om verder te rennen omdat jij het zo graag wil.

Kennis van kalmerende signalen is voor de canitrailer van essentieel belang, want dat betreft de oersignalen die honden uitzenden en waar ze op reageren. Begrip van deze hondentaal vergroot het begrip voor het wezen van je hond.

 

Spierpijn en overbelasting
Houd je hond goed in de gaten voor, tijdens en na de training op souplesse, spierpijn en vermoeidheid. Loopt je hond anders als anders, bijvoorbeeld met kortere passen, stijver in de achterhand of in telgang (wat ie anders nooit doet). Of blijft hij met een bolle rug lopen, voel je een stijve plek in de wervelkolom of zie je een vreemde verspringing in z’n vacht dan kan dat betrekking hebben op een blokkade in z’n bewegingsapparaat. Een bezoekje aan een fysiotherapeut of osteopaat kan dan noodzakelijk zijn. Begin na een behandeling niet meteen daar waar je gebleven was. Gun het lichaam van je hond een paar weken de tijd om te wennen aan de ‘nieuwe situatie in het lichaam’.

 

Vermoeidheid bij je hond herkennen
Als een hond moe is, dan laat hij dat vaak heel goed zien. Die van mij stopt gewoon met rennen en gaat liggen kauwen op een stokje. Als hij geen zin heeft gaat hij extra veel plassen of heel veel snuffelen of juist erg veel achter me lopen. Let ook op de volgende signalen

  • de bewegingen worden langzamer uitgevoerd
  • de coördinatie wordt minder
  • controle verdwijnt
  • de hond gaat erbij liggen
  • de hond zoekt schaduwplekken of koel gras
  • krijgt wallen onder zijn ogen
  • krijgt rode ogen
  • zijn oren en staart zakken in hoogte
  • de hond gaat hijgen
  • kan zich niet meer concentreren
  • wordt juist heel erg druk
  • wordt bijterig
  • gaat in staking/blokkeert

Als mijn hond dorstig is of het warm heeft, dan plonst hij in ieder watertje om af te koelen en te drinken. Luister goed naar je hond. Hij weet zelf heel goed wat hij nodig heeft.

 

Afwisselend hardlopen en wandelen
Train in de beginfase vooral kleine stukjes wisselend hardlopen en wandelen met een totaal van circa 2 tot 3km. Houd het speels en als je hond moe is, dan laat je hem even bijkomen voordat je weer verder gaat. Naarmate de conditie beter wordt kun je langer achter elkaar hardlopen en minder wandelen. Let goed op de signalen van je hond, want hij moet het leuk blijven vinden.

 

Warming up en Cooling down
Begin je training altijd met een warming up en eindig altijd met een cooling down.

Tijdens de warming up van 10 tot 15 minuten is het de bedoeling dat jullie beiden de intensiteit van de beweging rustig opbouwen zodat de spieren, zenuwen en het gewrichtsvocht op temperatuur kunnen komen. Wij beginnen al onze trainingen altijd met eerst 10 minuten intensief wandelen gevolgd door 10 minuten rustig joggen. In deze fase kan mijn hond dan nog even z’n behoefte doen, wat extra plasjes achter laten en als we in een groep lopen even kennis maken met de andere ‘meelopers’.

Vervolgens doen we wat losmaakoefeningen voor meer souplesse in het lichaam om blessures door onverwachte bewegingen te voorkomen.Het voordeel van ons warming up ritueel is dat mijn hond heeft geleerd om vanuit een relaxte modus en dus met een lager hartslag te beginnen aan een training. Dat in tegenstelling tot veel andere honden die als een gestreste stuiterbal vol adrenaline staan te blaffen en trekken om te beginnen.

En na de training is er de cooling down: de fase waarin je het afvoeren van afvalstoffen stimuleert en de spierspanning weer normaliseert. Deze duurt bij ons vaak weer 10 tot 15 minuten waarbij we rustig uitlopen en afsluiten met het drinken van wat water uit een bakje of uit een natuurlijk watertje.

 

Afwisseling in soorten trainingen
Kunnen jullie na het rustig op – en uitbouwen ongeveer 30 minuten-45 minuten-60minuten achter elkaar hardlopen, dan kun je je trainingen wat meer gaan afwisselen.

Je zou bijvoorbeeld meer tempo’s kunnen gaan lopen waarbij je afwisselend het tempo van je hond gaat lopen en jouw tempo. Een mooie intervaltraining en ook nog eens leuk om te ervaren hoe het is om op de snelheid van je hond te lopen. Dat vindt hij vast en zeker ook hartstikke leuk. Of ga eens wat meer heuvels pakken of kies bewust voor een snuffeltrail in een nieuw gebied of laat je hond eens de route bepalen.

Zorg voor afwisseling en houd het leuk voor jullie allebei.

 

In een groep trainen
Samen met andere honden in een groep lopen is een mooie uitdaging voor zowel je eigen hond, jezelf en jullie band.

Sommige honden willen in een groep ineens per se vooraan lopen of zoals mijn herder dan vooral veel heen en weer lopen om de kudde goed in de gaten te kunnen houden. Sommige honden trekken niet maar blijken onder invloed van andere honden het ineens wel te doen.

Door af en toe met andere canitrailers te lopen leert je hond in sociaal opzicht in een groep te lopen en kunnen jullie andere dingen trainen. Daarnaast is het gewoon erg leuk om de verhalen van anderen te horen.

 

Kennismaken met andere trailgebruikers
Laat je hond kennismaken met andere gebruikers in het bos. Denk aan mountainbikers, wandelaars, paarden, Schotse hooglanders.

Ik heb eens een groep mountainbikers gevraagd of mijn hond aan ze mocht snuffelen omdat hij heel angstig was van die snelle dingen in het bos. Of we hebben ergens wel eens 15 minuten staan wachten totdat mijn hond zover was om langs een Schotse hooglander te kunnen wandelen.

 

Voldoende water voor onderweg
Neem altijd voldoende water mee voor jezelf en je hond om uitdroging te voorkomen.

Van tevoren heb ik me altijd voldoende ingelezen over het terrein waar we lopen om te weten of ik veel of weinig water onderweg mee moet nemen. Soms lopen we in gebieden waar veel natuurlijke waterpoeltjes zijn waarin hij kan afkoelen en soms helemaal niet. Afhankelijk van de buitentemperatuur zal ik bij warm weer (tussen 18 en 20 graden) dan eerder kiezen voor gebieden met veel afkoelmogelijkheden of in ieder geval starten op een plek waar hij aan het eind van de training met z’n pootjes in een beekje lekker kan bijkomen.

Laat je hond in kleine beetjes drinken en het liefst uit een bakje om te voorkomen dat hij teveel water in 1 keer naar binnen kan krijgen. Is je hond te gulzig met drinken dan is de kans groot dat hij alles weer moet uitkotsen.

 

Extra eten mee
Als je grotere afstanden aflegt op de trails dan kun je wat eten meenemen voor onderweg.

In de beginfase heb ik mijn hond geleerd om met een neus tegen mijn hand aan te geven dat hij wat te eten wil. Wij nemen op onze trails vanaf 2 uur naast water ook altijd speciale sportbrokken en ‘energy-repen’ mee zodat mijn hond kan eten als hij het nodig heeft. Geeft hij niks aan, dan krijgt hij ook niets.

Ongeveer twee uur voor een training krijgt mijn hond niets meer te eten om het risico op een zogeheten ‘maagkanteling’ te voorkomen. En na afloop krijgt hij een kleine portie om te voorkomen dat hij alles in 1 keer naar binnen schrokt.

 

Niet onder te warme omstandigheden
Bij temperaturen boven de 20 graden zal ik nooit gaan hardlopen met mijn hond.
Bij temperaturen tussen de 18 en 20 graden is het afhankelijk van het weertype en de luchtvochtigheid of we gaan hardlopen en zal ik de training aanpassen in tijd, tempo en afstand.
Onder de 18 graden is het voor mijn hond prima te doen.

Maar wat voor mijn hond geldt, hoeft niet voor jouw hond te gelden. Sommige honden hebben al moeite met temperaturen boven de 15 graden. Kijk goed naar je hond en wees extra alert op oververhitting.


TOT SLOT
Als jij goed naar je hond luistert, hem de ruimte geeft om zelf het tempo te bepalen in het opvoeren van de afstanden en hem onderweg voldoende ‘hond’ laat zijn heb je je best denkbare trailmaatje die je je maar wensen kunt.

Samen genieten van de geuren om ons heen, springen over obstakels en af en toe even helemaal los gaan op de trails, het samen-zijn in de natuur…dat zijn onbetaalbare momenten:)

 

Trailen versus Canitrailen – wat cijfertjes

Nieuwsgierig als ik ben heb ik twee trainingen in afgelopen weekend eens vergeleken met elkaar. Training 1, op zaterdag, was circa 9km en 275 hoogtemeters. Training 2, op zondag, was circa 6,5km en 177 stijgende hoogtemeters. Lekkere pittige trailtrainingen met veel heuveltjes alleen op zondag liep ik met de Tervuerense herder Choice en zaterdag zonder hond.

Nu weet ik dat als ik loop met een hond het voelt alsof ik met de wind mee loop, alhoewel de belasting op de onderrug, knieën en de lies (iliopsoas) significant groter zijn als je met een trekkende hond samen hardloopt. Meten is weten, dus heb ik beide trainingen vergeleken op een aantal punten, namelijk hartslag-snelheid-paslengte-pasfrequentie.

Hartslag: alhoewel beide trainingen continu omhoog en omlaag gingen ( dus veel hoogtemeters op een klein oppervlak) liep ik met hond voornamelijk in hartslagzone 2, d.i. 60 en 70% van de maximale hartslag dus nog in de aerobe zone met weinig melkzuurproductie. Terwijl ik zonder hond veel meer ook in zone 3 en zone 4 loop en ik dus vaker van de aerobe naar de anaerobe fase over ga.

Snelheid: Met de hond liep ik rond de 12-12,5km/u met een maximum van 19,9 km/u en zonder hond liep ik gemiddeld 8-9,8km/u met een maximum van 12,2km/u.

Pasfrequentie: Mede dankzij de overstap naar chirunning ongeveer 8 jaar geleden train ik zoveel mogelijk in een pasfrequentie tussen de 175 en 180. Met de metronoom aan op de stukken dat ik het zwaar heb, geeft dat gelijk verlichting. Tijdens mijn gewone trailrun liep ik gemiddeld 175 tot 182 spm. En toen ik met de hond liep werden er pasfrequenties geregistreerd tussen de 177 en 220spm. Met name in de afdaling zag ik een pasfrequentie van ongeveer 198 tot 220spm en op de vlakke stukken en stukken omhoog een pasfrequentie van 177 tot 198spm.

Bij een hoge pasfrequentie en loopsnelheid activeer je meer de grote spieren, de bovenbeenspieren en de kuiten. Sommige onderzoeken suggereren dat een 10-20% verhoging van je (geprefereerde) pasfrequentie enerzijds het risico verlaagt op het krijgen van een blessure en anderzijds kan helpen bij het herstel van een bestaande blessure. Dit komt door:

  • een verminderde belasting op je gewrichten (je zet minder grote stappen, dus er is sprake van minder schokbelasting);
  • een aanpassing naar een mid-voorvoetlanding, hierdoor vangt je enkel/voet al de eerste krachten op tijdens de landingsfase;
  • een toename in de buiging van je knie, zodat deze meer als schokdemper kan functioneren;
  • de hiel die meer onder het lichaamszwaarte punt komt en zodoende meer stabiliteit geeft en je je afzet kan verbeteren;
  • een vermindering de biomechanische vereisten van de heup, deze hoeft namelijk minder naar binnen te draaien en naar buiten te heffen.

Maar bij een te hoge pasfrequentie worden deze grote spiergroepen ook meer belast, neemt het algemene energieverbruik per kilometer toe en wordt het lopen zelfs minder efficiënt.

 

Paslengte: ik ben dol op een hoge pasfrequentie/ kleine passen met een kort grondcontact om zo licht en reactief mogelijk (lees blessurevrij) te kunnen hardlopen op de trails.

Paslengte = Staplengte + Zweeflengte

Nu lees ik dat mijn gemiddelde paslengte tijdens het trailen met hond tussen de 86 en 98cm is. Maar als ik dan kijk bij het trailen zonder hond is mijn gemiddelde paslengte ongeveer 69 tot 80cm. Al sinds de Romeinen is de standaard paslengte 73cm.

Bij een hogere snelheid maak je normaal gesproken grotere passen en heb je een langere zweeflengte. Bij een hogere cadans zijn je voeten meer in contact met de grond, dus heb je een kortere zweeflengte. De zweeflengte en paslengte worden (recht evenredig) groter met de snelheid en kleiner met de cadans. Maar bij het canitrailen is mijn paslengte en pasfrequentie beiden hoog.

Met andere woorden…het lijkt erop dat ik met hond sneller loop, met grotere passen, hogere pasfrequentie en lagere hartslag.

Is dat dan makkelijker om met je hond te lopen? Deels wel, want ik loop met hond in feite altijd met de wind mee. Maar vanwege de hogere snelheid, grotere passen en hogere pasfrequentie belast ik mijn lijf ook veel meer. Ik heb na 50km trailen minder spierpijn als na 25km met mijn hond trailen. Niet alleen meer maar ook andere vaak wat diepere spieren doen ‘pijn’.

 

Conclusie? Geen conclusie omdat ik namelijk niet hetzelfde parcours heb gelopen en onder andere weersomstandigheden. Dus wetenschappelijk gezien zegt dit nog niets…maar het is wel erg leuk om de verschillen te zien en daar eens wat meer op te gaan letten 🙂