DE ZIEL VAN HET CANITRAILEN

Vanaf het moment dat ik ben begonnen met het introduceren van het canitrailen in 2016 in Nederland heb ik altijd uitgedragen dat het canitrailen gaat over endurance, oftewel uithoudingsvermogen, over samen hardlopen in en genieten van de natuur. Hoe spijtig is het om te horen dat er geïnteresseerden in de sport dan te horen krijgen of de indruk hebben gekregen via allerlei filmpjes dat hun hond MOET trekken en VOOR hun moet lopen of dat ze CONTINU moeten hardlopen. Tijdens die gesprekken vertel ik wat mijn visie op het canitrailen is en wat er anders is als je je hond centraal zet tijdens het canitrailen.

Honden zijn natuurlijke duursporters, maar leggen die grote afstanden niet af door continu in de galop te lopen en hun baasje daarbij 20,30,40km over de heuvels mee te trekken. Honden willen hardlopen/ joggen/ snuffelen/ plassen/ drinken/ eten en dat continu afwisselen. In feite doet een ultratrailer niet anders; misschien weten jullie het nog niet maar een ultratrail leg je niet volledig full-speed hardlopend achter elkaar af. Een ultratrailer loopt hard/ jogt/ wandelt/ plast/ eet/ drinkt/ pauzeert en maakt foto’s onderweg. En al deze facetten moet je net als bij het canitrailen trainen.

OP ZOEK NAAR ENDURANCE EVENEMENTEN
In de jaren dat ik vele Trails en Ultratrails liep trainde ik ook met de ‘leenhond’ van mijn dochter Junior en leek het me geweldig om die langere trails samen met Junior te kunnen doen. Helaas mocht hij niet aansluiten of soms wel alleen de kortste afstand van 10km en bij Canicross wedstrijden vond ik de afstand te kort en stond het wedstrijdelement te centraal. Ik miste de georganiseerde trail-evenementen van langere afstanden met de hond dus introduceerde ik de Natte Neuzen Canitrails. Georganiseerde Canitrails voor honden, en hun baasjes moeten aangelijnd mee, met als kortste instapafstand een 7,5 of 8km en tot nu toe de langste afstand van 50km.

ENDURANCE -SPORT
Ik miste dus het echte endurance- aspect zoals ik dat zelf kende vanuit de ultratrails. Het strategisch kunnen afleggen van langere afstanden door hardlopen in het aerobe systeem tijdig af te wisselen met power-walking om te veel verzuring of energieverspilling te voorkomen. Uiteraard met het op tijd eten en drinken om het lichaam te voorzien van de juiste energie om door te kunnen gaan.

Dankzij de gesprekken met experts, zoals Martine Burgers, co-auteur van “De hond als Atleet”, Jelien Lammers van “Boel Bewust” en Suzanne Pen, oprichter en eigenaar van Equilog, gediplomeerd ORUN 3 instructeur met jarenlange ervaring in de internationale endurancesport(paarden) en Djilan Boelen, nationaal en internationaal endurancesporter (paarden) kwam ik erachter dat het canitrailen zoals ik dat in Nederland wilde neerzetten veel meer een relatie heeft met de “endurance” uit de paardensport en de endurance events in landen als Canada en Australië dan met canicrossen. Het klopt dat zowel het canitrailen als het canicrossen in essentie het samen off-road hardlopen met je hond in de natuur is. Maar daar houdt de vergelijking op. Het canicrossen is explosief, competitief, gericht op sprinten, snelheid en het is de bedoeling dat de hond trekt. Het canitrailen is net als het ultratrailen gericht op uithoudingsvermogen (endurance), lange afstanden, energiezuinig bewegen, pauzes inlassen en verzorgen.

ENDURANCE EVENTS IN HET BUITENLAND
In landen zoals Canada, Australië en Engeland worden er al jaren speciale Endurance Events georganiseerd waarin de hond wordt getest op zijn of haar uithoudingsvermogen. Tijdens deze Endurance Events moeten hond en baas het gehele parcours op endurance-tempo lopen; dit is volgens het reglement 8-10km per uur. Daarbij is het de bedoeling dat de hond aan een 2 meter lange verende lijn vast zit en daarbij het liefst naast je moet lopen. De mensen leggen deze afstand hardlopend of op de fiets af.

Dit Endurance Event is minimaal 20km en alleen fitte honden tussen de 2 en 7 jaar mogen hieraan deelnemen. Daarbij wordt de afstand uitgevoerd in 3 fases van respectievelijk 8km, 6km en 6km. Na iedere fase is het team verplicht om een pauze te nemen van circa 5-10-15 minuten (naar gelang de weersomstandigheden). Net als bij de Endurance bij paarden moeten de honden de gehele afstand fit en in goede conditie zijn; je hond mag geen tekenen van vermoeidheid, overbelasting of oververhitting vertonen. Het is tenslotte een uithoudingsvermogen-test.

Net als bij de Endurance in de paardensport zijn baas en hond beiden goed getraind voor de langere afstanden. Uithoudingsvermogen, samenwerking, vertrouwen en verzorging zijn de sleutelwoorden tijdens alle Endurance ritten/ events.

TRAINEN VAN HET AEROBE SYSTEEM
Op de website van Dogs NSW in Nieuw-Zeeland staat: “Endurance training is generally meant to target a dog’s aerobic system rather than their anaerobic system. Depending on the intensity, endurance training can impact both the cardiovascular as well as the muscular and skeletal systems. Dogs are natural endurance athletes. Their bodies were meant to be able to withstand long duration activities and to cover great distances when needed.”

(vertaling -“Duurtraining is over het algemeen bedoeld om het aerobe systeem van een hond te trainen in plaats van hun anaerobe systeem. Afhankelijk van de intensiteit kan duurtraining zowel het cardiovasculaire systeem als het spier- en skeletstelsel beïnvloeden. Honden zijn natuurlijke duursporters. Hun lichamen waren bedoeld om langdurige activiteiten te kunnen weerstaan ​​en om indien nodig grote afstanden te overbruggen.”)

ENDURANCE EN CANITRAILEN 
Het Canitrailen zoals Canitrail.NL dit uitdraagt is NIET hetzelfde als deze bovengenoemde Endurance Events, maar heeft zeker raakvlakken. Bij het canitrailen loop je ook op Endurance-tempo en ben je aan elkaar verbonden, maar is er geen sprake van een wedstrijdelement. Het gaat wel over het samen met je hond beleven van de natuur, het verleggen van jullie fysieke grenzen en om kunnen gaan met alle externe en interne factoren waar je mee te maken krijgt op de langere afstanden. Uiteraard is de impact op het lijf heel anders als je een langere afstand loopt als een korte afstand en vergt het niet alleen een andere manier van trainen maar ook andere soorten van trainingen. 

Het Endurance-tempo is een tempo waarbij de hond in een energiezuinige draf loopt. Als mens loop je een snelheid die past bij jouw persoonlijke aanleg, getraindheid/hardheid, hartslagfrequentie en lactaatconcentratie. Hoe hard jullie dus in een endurance-tempo gaan is per hond/mens team verschillend. Voor een endurance-canitrail moet je als mens onder je aerobe drempel blijven omdat je dan loopt op je vetten die een vrijwel onuitputtelijke bron van energie is. In feite kun je op het juiste endurance-tempo eindeloos blijven lopen omdat het lichaam probleemloos voldoende zuurstof van je longen naar je spieren kan transporteren. Bij honden ligt dat wat anders omdat uit onderzoek blijkt dat honden bijna alleen in hun aerobe systeem lopen. 

Als je met een hond loopt die sneller gaat als jouw snelheid onder jouw aerobe drempel, dan zou jij in theorie boven je endurance-vermogen lopen. In de praktijk blijkt dat je afhankelijk van de basissnelheid van je hond vaak wel mee kunt met de endurance-snelheid van je hond mits je vanuit ontspanning je kunt meenemen in die trekbeweging. Je eigen snelheid gaat dan zeg maar van 10km per uur die je anders zou lopen naar 12km per uur, terwijl je hartslag en energieverbruik hetzelfde blijft. Dat vereist natuurlijk wel een goede techniek, balans en coördinatie. Echter op de Trails is het onmogelijk om in een constante snelheid te lopen. Je hebt nu eenmaal te maken met hoogtemeters, mul zand, gladde rotsen en verschillende weersomstandigheden waardoor je nooit in hetzelfde tempo kunt blijven lopen. Op de Canitrails is er altijd sprake van een grote variatie in omstandigheden waarop jullie het tempo continu moeten aanpassen. Dat maakt het canitrailen tot een zeer afwisselende sport waarbij je steeds bezig bent om te anticiperen op drie vlakken, namelijk de mens, de hond en de natuur.

 

CANITRAILEN – NATTE NEUZEN TRAILS
En zo is in feite de ziel van het Canitrailen gegroeid tot een mooie endurance-sport waarbij hond en mens hun duuruithoudingsvermogen trainen en testen, waarbij het wedstrijdelement is vervangen door beleving, er een goede balans gevonden is tussen rust en inspanning, je goed kunt luisteren naar je eigen lichaam en veranderingen in het lichaam van je hond op tijd kunt signaleren, ‘in het moment’ kunt lopen (de juiste mindset), en goed kunt omgaan met allerlei interne en externe omstandigheden.

Canitrailen is dus een sport waarin baas en hond hun uithoudingsvermogen uitbouwen, een langere afstand voornamelijk hardlopend maar ook deels wandelend waar nodig afleggen en waarin je op zoek gaat naar het maximaal haalbare. Langere afstanden vragen van zowel de hond als de mens het vermogen om vooral strategisch en energiezuinig te kunnen lopen. Je moet onderweg op tijd kunnen eten en drinken om het lijf tot aan het einde van de lange afstand energiek te houden. Net als bij de Endurance bij paarden speelt dus het onderweg goed verzorgen van hond en mens een hele belangrijke rol.

Tijdens de Natte Neuzen Trails kunnen jullie de mate van jullie fysieke belasting testen, zonder tekenen van overmatige stress of gebrek aan constitutie. Het moeiteloos volbrengen van de Natte Neuzen Canitrail is dan het bewijs van de fysieke fitheid van zowel de hond als de baas; dat is jullie prestatie…dat is jullie uitdagingJ

Canitrailen = Dogs – Endurance – Trails

Let op je hond …wanneer is het TE warm?

Uiteraard is iedereen het erover eens dat het niet verstandig is om met je hond te sporten of intensief te bewegen als het warm is. Maar wanneer is het TE warm? De afgelopen weken heb ik gezien dat honden wel meedoen aan een wedstrijd of alsnog even in de auto achter blijven na een eindje zwemmen zodat het baasje even snel een boodschap kan doen. En dat bij temperaturen tussen de 26 en 29 graden, in de ochtend of eind (en zelfs soms midden ) van de dag of bij een luchtvochtigheid van 85%. Maar wanneer is het TE warm voor je hond om dit te doen?

We hebben een paar hele benauwde extreem warme dagen achter de rug en dan voelt een dag als vandaag met 22 graden Celsius, 70% luchtvochtigheid, wind van 13 mph en bewolkt zelfs koud aan. Echter als ik naar mijn honden kijk zie ik een andere reactie. Zij hebben het warm; hijgen, iets geknepen oogjes, oren naar achteren en stoppen op plekken waar ze water kunnen drinken. De signalen zijn niet te missen.

Maar wanneer is het TE warm voor jouw hond?

Natuurlijk is dat verschillend voor alle honden en hangt het af van meerdere factoren. Risicofactoren die de drempel voor een hitteberoerte verlagen, kunnen individueel of omgevingsgebonden zijn en omvatten lichaamsconditiescore, ras, vachttype, ademhalingscapaciteit, fitnessniveau, hydratatiestatus, omgevingstemperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Echter je kunt er vanuit gaan dat je hond bij temperaturen tussen de 15 en 20 graden geen zin meer heeft in intensieve explosieve activiteiten.

Fysieke kenmerken
Er zijn honden die vanwege hun fysieke kenmerken meer risico lopen op een zonnesteek/ hitteberoerte. In het onderzoek van Dr. Anne J. Carter en Emily J. Hall ontdekten ze dat met name negen rassen een significant hoger risico op een zonnesteek hebben in vergelijking met bijvoorbeeld een kruising zoals labrador retrievers:

  • De meeste rassen met een hoger risico op een zonnesteek zijn brachycephalic (platte gezichten). In feite hebben brachycephalische honden tweemaal de kans op een zonnesteek dan honden met een gemiddelde snuit (zoals labradors). Brachycephalic honden hebben meer kans om oververhit te raken omdat ze vaak al moeite hebben om te ademen, zelfs in rust. Effectief hijgen is essentieel voor verkoeling, aangezien honden niet kunnen zweten zoals mensen.
  • De chow-chows en golden retrievers hebben een verhoogd risico op een zonnesteek vanwege hun dikke “dubbele jassen”. Een dikke vacht dient als isolatie, houdt hete lucht vast en beperkt warmteverlies als de hond oververhit raakt. Het is voor deze honden alsof ze tijdens een hittegolf een thermische jas dragen.
  • Reuen en honden met een donkere vacht worden ook warmer bij warm weer.
  • Raszuivere honden hebben in vergelijking met kruisingen twee keer meer kans op een zonnesteek
  • Zware honden en honden met overgewicht vertonen ook een verhoogd risico op een zonnesteek. Belangrijk is dat deze groep zowel honden met obesitas omvat als honden die groot of gespierd zijn. Grote honden hebben over het algemeen meer kans op een zonnesteek dan honden onder de 10 kg, terwijl honden van gigantische rassen (met een gewicht van meer dan 50 kg) driemaal meer kans hadden op een zonnesteek.
  • Honden ouder dan twee jaar lopen ook een groter risico, waarbij oudere honden (ouder dan 12 jaar) de meeste kans kregen op een zonnesteek. Dit komt omdat jongere honden mogelijk actiever zijn, terwijl oudere honden met verminderde cardiovasculaire en ademhalingsfunctie moeite hebben om overtollige warmte zo efficiënt mogelijk te kunnen verliezen.

PS: Opvallend detail in hun onderzoek is dat een getrainde hond beter in staat is om om te gaan met de warmte als een hond die bijvoorbeeld drie weken uit de roulatie is vanwege een blessure of in gewicht veel is aangekomen.

Omgevingsfactoren
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat omgevingsfactoren een belangrijke invloed hebben op hittestress/ hitteberoerte bij honden. Stel het is een mooie zonnige dag in juni/juli met een luchttemperatuur van 24 tot 26 graden Celsius met een licht koel briesje.  Weet jij wat de werkelijke temperatuur is op de verschillende ondergronden op deze dag?  Onderzoekers hebben dat op de bovengenoemde dag gemeten en kwamen tot de volgende resultaten:
Schaduwrijk gras – 22,3° C
Gras in de volle zon – 28,3° C
Auto na 10 minuten – 37° C
Strandzand – 45,7° C
Auto na 30 minuten – 46° C
Grindpad – 47,1° C
Betonpad – 55,4° C
Kunstgras – 58,2° C

De temperatuur op het schaduwrijke gras in het bos is uiteraard niet te vergelijken met het schaduwrijke grasveldje tussen de huizen in de stad. In de wijk tussen de flats/ huizen heb je te maken met de reflectie van de warmte van de gebouwen waardoor de temperatuur hoger ligt als die tussen de bomen in het bos. Staat er een koele wind dan zal die reflectie vanzelfsprekend minder effect hebben op de temperatuur op dat grasveldje dan als het de hele dag windstil is.

De hitte-indexrisicoclassificaties die worden bepaald door de aanduidingen van de National Weather Service zijn: veilig (<26° C), voorzichtigheid (26-32° C), extreme voorzichtigheid (32-39° C), gevaar (39-51°C) en Extreem gevaar (≥51°C) blijken volgens een ander onderzoek uit 2021 niet overeen te komen met de werkelijke risicoclassificatie van de honden-hitte-index. Hun resultaten suggereerden dat het risico van de gemiddelde hond op hoge blootstelling aan omgevingswarmte groter kan zijn dan traditionele metingen aangeven verkregen via meetstations. Bij het beoordelen van het omgevingsrisico van een hond voor hittegerelateerd letsel of ziekte is dus onvoldoende als je alleen afgaat op wat de temperatuur is volgens een weerstation bij jou in de buurt.

 

Herken de eerste signalen van ongemak 
Honden raken niet alleen oververhit omdat het warm is, ze raken oververhit omdat mensen hun hond onvoldoende ondersteunen of hun beperken in wat ze van nature zouden doen. Of dat nu komt omdat ze niet aanwezig zijn, onwetend zijn of het hun niet goed uitkomt, doet er niet toe. Als het warm is en je met je hond naar buiten gaat voor een activiteit, aan een wedstrijd meedoet of ze thuis achterlaat….als het warm is is het belangrijk dat jij de subtiele signalen van je hond die het TE warm heeft al hebt gezien nog voordat hij tekenen van hittestress vertoont. Als je al in een vroeg stadium begrijpt wat je hond je vertelt dan kun je daarop acteren nog voordat het een probleem is.

Wat zijn de signalen van oververhitting?
# Extreem snel aanhoudend hijgen (eventueel met afwijkend snurkend geluid)
# Glimlachen;een hijgende “glimlach” (lippen naar achteren getrokken om meer van het tandvlees bloot te leggen, het oppervlak van de mond te vergroten – je hond heeft geen plezier!)
# Gespatelde tong; de tong is heel lang, aan het eind breed en vaak gekruld 
# Slijmvliezen donkerrood tot paars (soms zelfs blauw) gekleurd (bij lip of ooglid)
# Veel kwijlen, witte dikke slijmplekken op de tong, braken of diarree

# Sloomheid; traag of ongecoördineerd bewegen, commando’s terughoudend opvolgen
# Ogen geknepen en naar achteren getrokken (spleetoogjes ipv normale ovale vorm)
# Oren naar achteren en gehoekt getrokken 
# Plat op de grond in de schaduw willen gaan liggen; liezen en oksels raken de grond
# Warm aanvoelen, voel in binnenkant bek, binnenkant oren, in de liezen en bij meting temperaturen tussen 40.5 graden (oververhit) en 42 graden (hyperthermie). Normale temperatuur is 38/39 graden. De temperatuur van de hond is echter geen betrouwbare indicator. Fitte, atletische honden kunnen zich prima redden bij korte periodes van zeer hoge interne temperaturen. Een “normale” WERKtemperatuur voor zo’n hond kan oplopen tot wel 40/41,5 graden Celsius. 
# Buiten bewustzijn raken

EEN VOORBEELD
In het filmpje zie je Simon die om 10 uur gaat wandelen met zijn hond en volgens het weerbericht is het 23° C. In de zon meet hij dat het 26°C en in de schaduw is het werkelijk 22°C. Hij meet verder een luchtvochtigheid van 66% en er staat een licht windje van 5mph. Eenmaal buiten voelde het warm aan in de zon, het was een mix van zon en schaduw maar vooral zon.

https://fb.watch/lruX_gpp4y/

Wat zie je?
Aan het begin van de wandeling zie je de volgende kenmerken:
– Er is sprake van een spateltong; deze specifieke vorm van de tong treedt op wanneer de hond hijgt als gevolg van warmte.
– De hond hijgt maar niet overdreven snel, dus hij krijgt het warm maar heeft nog wel controle over zijn hijgen.
– De hond is alert, snuffelt nog wat en is geïnteresseerd in zijn omgeving.
– Hij beweegt goed, niet in slowmotion, en heeft een goede lichaamshouding.

Na ongeveer 30 minuten
Nadat Simon ongeveer 30 minuten had gewandeld had de hond al 3 keer op eigen initiatief een waterpauze in de schaduw ingelast. Voorafgaand aan iedere pauze zag Simon de volgende signalen optreden:
– De tong van de hond strekt zich verder uit en gaat meer uitwaaieren.
– De hond gaat meer en oppervlakkiger hijgen.
– De hond vertraagde zijn bewegingen.

Al bij de eerste subtiele signalen kreeg de hond tijdens deze korte wandeling alle steun van z’n baasje Simon waardoor hij tussendoor voldoende de ruimte kreeg om een pauze te pakken in de schaduw en water te drinken. Hij zou er aan het einde van zijn wandeling niet zo uitzien als hij niet die ruimte had gekregen.

Als je hond worstelt, overmatig hijgt, moe, traag is, hoofd naar beneden, tong uitsteekt, niet in veel geïnteresseerd is, niet naar je luistert, of erger nog, tekenen van een zonnesteek laten zien, dan heb je TE VEEL gedaan en niet naar je hond geluisterd. Heeft je hond aan het begin van jullie wandeling/ activiteit al moeite met de warmte, dan zou hij/zij waarschijnlijk niet naar buiten moeten.

Leer de vroege signalen en hoe je je hond moet lezen, zodat je ze een pauze kunt geven voordat het een probleem wordt… en NEEM ALTIJD WATER MEE!