Vermoeidheid herkennen bij je hond

Net als bij mensen kunnen ook honden tijdens het sporten vermoeid raken. Als je de vermoeidheidsignalen van je hond bijtijds opmerkt, kun je daarop anticiperen tijdens jullie training of evenement. Maar ook na afloop is het tijdens de herstelperiode belangrijk om in de gaten te houden of je hond te vermoeid is, spierpijn heeft of misschien wel overprikkeld is. Besef je dat een hond niet alleen fysiek vermoeid kan raken maar ook mentaal.
c
Supercompensatie of overbelasting
De conditie van mens en hond bouw je op door het lichaam voldoende te prikkelen middels een juiste trainingsbelasting waardoor je de spieren een klein beetje beschadigd en je energievoorraad iets aanspreekt. Door te rusten en de energievoorraad weer aan te vullen repareert het lichaam zelf de microschade in spieren, ligamenten en pezen. Na het herstel is je conditie niet langer meer op het oude niveau maar ben je juist sterker en fitter dan ervoor. Dat proces noemen ze supercompensatie.

Heb je tijdens je training je hond of jezelf teveel of te zwaar belast dan kan de conditie juist verslechteren in plaats van verbeteren. Het prestatievermogen gaat dan juist achteruit en je kunt zelfs overtraind raken en last hebben van oververmoeidheid. Het je het lichaam onvoldoende belast dan heeft dat geen invloed op het verbeteren van de conditie en kracht. Het vinden van de juiste balans tussen belasting en herstel is dan ook een uitdaging.
c
Vermoeidheid en verminderde coördinatie
Als je moe bent of nog niet voldoende hersteld bent dan is je looptechniek vaak slechter en is je vermogen om gecoördineerd te lopen moeilijk. Je sleept misschien wel meer met 1 voet of gaat te gebogen lopen waardoor je onderrug meer belast wordt. Datzelfde gebeurt ook bij je hond. Zodra je hond vermoeid raakt kan hij z’n bewegingen minder goed gecoördineerd uitvoeren waardoor hij of zij meer kans op blessures heeft, zich makkelijker verstapt of een sprong over bijvoorbeeld een greppel onvoldoende kan inschatten.
c
Herstelpreparaten wel of niet?
Het is daarom ook heel belangrijk om de vermoeidheidsverschijnselen bij je hond goed in de gaten te houden. Door na afloop meteen je hond allerlei herstelpreparaten te geven kun je onvoldoende het natuurlijke herstel van je hond monitoren. Het natuurlijk herstel van jouw hond is namelijk dé graadmeter om te zien hoe jouw hond op de training reageert. Of je misschien je hond te veel, te zwaar of misschien wel te weinig hebt belast.  Wanneer je middelen gebruikt die het herstel versnellen mis je dus die signalen!

Herstelproducten zorgen voor een sneller herstel van de spieren. De spieren herstellen sneller, maar de pezen, ligamenten en gewrichten zijn nog onvoldoende hersteld. Hierdoor kun je de indruk krijgen dat jouw hond alweer klaar is voor de volgende training, maar dat kan op een diepere laag nog totaal niet het geval zijn. Sterker nog, de kans op een blessure kan hierdoor juist toenemen.

c

HOE ZIE JE OF EEN HOND MOE IS?
Iedere hond laat fysieke of mentale vermoeidheid op een andere manier zien, maar als je je hond goed kent weet je welke signalen hij dan laat zien. Meestal herken je de vermoeidheidssignalen pas als ze ‘groter’ en duidelijker worden, maar dan zit je hond vaak al tegen het ‘uitputtings’-niveau aan.

Een aantal signalen, die je hond bij vermoeidheid kan tonen tijdens het sporten (vaak in combinatie):

  • de bewegingen worden langzamer uitgevoerd
  • de coördinatie wordt minder
  • de controle verdwijnt
  • de hond gaat erbij liggen
  • krijgt wallen onder zijn ogen
  • krijgt rode ogen
  • zijn oren en staart zakken in hoogte
  • de hond gaat meer hijgen als normaal
  • kan zich niet meer concentreren
  • wordt juist heel erg druk
  • wordt bijterig
  • gaat in staking/blokkeert

Het hangt af van het type vermoeidheid of je direct stopt als je vermoeidheid ziet bij je hond of juist nog even doorgaat om progressie te boeken door supercompensatie . Bij mentale vermoeidheid is het zinloos om verder te trainen dus stop je meteen.
c
NA AFLOOP VAN DE ACTIVITEIT
Na afloop van de training of het evenement kan het voor honden moeilijk zijn om mentaal of fysiek de knop om te zetten. De tijdens het sporten vrijgekomen hormonen die nog door het lijf gieren kun je het beste afbouwen door na jullie training of evenement nog 10 tot 15 minuten uit te trekken voor een cooling down. Denk dan aan bijvoorbeeld rustig uitwandelen aan een lange lijn met veel snuffelmomenten. Bied wat te drinken met een lekker smaakje of een bottenbouillon aan in kleine hoeveelheden zodat het vochtgehalte weer wordt aangevuld.

Geef je hond iets te eten of iets om op te kauwen, omdat niet alleen kauwen een rustgevend effect heeft dankzij de aanmaak van rustgevende hormonen. Maar het is ook aangetoond dat verteerbare koolhydraatbronnen die onmiddellijk na de training worden gegeven, het uithoudingsvermogen verbeteren en een grotere aanmaak van spierglycogeen bevorderen.

Moeten jullie nog een stuk in de auto rijden dan is een Back-on-Track hondenjas of maasdeken met Welltex® een weldaad voor de kouder wordende spieren en gewrichten van je hond. Welltex® heeft infrarode warmte reflecterende eigenschappen waardoor de bloedcirculatie wordt bevorderd en een positieve invloed heeft op het herstel van stramme spieren en gewrichten. Net als een infrarood sauna na afloop voor ons mensen.
c

Thuis monitoren
Ga je vervolgens naar huis, dan kan het zijn dat je hond meteen weer “aan” staat. De meeste hondeneigenaren denken daardoor dat hun hond dus niet meer moe is. Maar het kan ook zijn dat je hond mentaal nog helemaal ‘vol’ zit van de training/ het evenement, nog overprikkeld is en z’n rust niet kan vinden.

Andere signalen thuis die kunnen aangeven dat je hond oververmoeid is, is dat je hond zich heel anders gedraagt als normaal. Minder enthousiast, meer terughoudend, hangende oortjes en hangend staartje of misschien wel meer uitvalt en minder kan hebben.
Sommige honden kunnen hun eten laten staan, spugen of overgeven bij oververmoeidheid. Als je hond verder voldoende drinkt en later op de dag wel weer gaat eten is dat geen groot probleem.
Het kan zijn dat je hond meer aan het hijgen is om z’n warmte kwijt te kunnen, want bij vermoeidheid heeft een hond vaak een hogere lichaamstemperatuur.
c

Rust is herstel
Een hond heeft normaal gesproken minimaal 12 tot 14 uur slaap tot maximaal 18 tot 20 uur slaap gedurende de dag nodig. Na het trainen of het evenement heeft je hond een rustige plek nodig waar hij zoveel kan slapen als hij wil. Vindt je hond het moeilijk om zich over te geven aan z’n vermoeidheid, help hem dan door bijvoorbeeld een extra knus plekje in de bench te creëren waar hij op een botje kan kauwen. Door het kauwen worden er rustgevende hormonen aangemaakt en kan hij zich daardoor makkelijker overgeven aan de vermoeidheid.

Heeft je hond even geen zin om wat te eten, dan is dat heel normaal.  Heeft je hond later op de dag geen zin in een wandeling, dan is een klein plas-en poeprondje ook heel normaal.  Het kan zelfs zijn dat je hond wat spierpijn heeft of wat stijfjes opstaat. Ook dat is heel normaal.
c

Monitoren van het herstel
Thuis na de training of jullie evenement is het juiste moment om je hond goed te monitoren en te observeren. Want hoe lang heeft je hond nodig om zelf te kunnen herstellen? Hoe lang duurt het voordat je ziet dat je hond weer soepel beweegt, weer zin heeft in wat te eten, weer helder uit z’n ogen kijkt en de kringen onder z’n ogen weggetrokken zijn en z’n lichaamstemperatuur weer normaal is?

Als een hond dat normaal graag geborsteld en geaaid wil worden dit plotseling niet meer wil, moet dit een rode vlag zijn. Dit kan vrij lokaal zijn. Zo kan bij honden de achterkant van de hamstrings (loopt over de achterkant van de achterpoten) vaak erg gespannen zijn. Of zie je plotse veranderingen in de haarrichting dan kan dat wijzen op een spier of spiergroep dat niet goed kan functioneren of te strak staat. Of zie je plotse veranderingen in het gangwerk? Denk aan hinken, kreupelen, afwijkingen in het afwikkelen van de poot, het naar buiten gooien van een poot, stijfheid, ontlasten van een poot door het gewicht anders te verdelen of een bol getrokken rug. Dit zijn belangrijke signalen die je echt niet mag missen want het geeft aan dat je hond pijn heeft. Het kan spierpijn zijn; misschien heeft hij wel andere overbelaste spierklachten of het kan zijn dat hij zich ergens aan bezeerd heeft.

Hoe lang je hond uiteindelijk nodig heeft om te herstellen is per hond weer anders. Een sportmassage kan je hond helpen bij het verbeteren van de circulatie in het spierweefsel en het herstel van het spierweefsel versnellen. Mocht je bij je hond onregelmatigheden in het bewegingsapparaat blijven zien, dan kan een dierenarts, osteopaat, fysiotherapeut of cranio sacraal therapeut daarbij helpen.

 

Ik ga voor de eerste keer meedoen aan een Canitrail-evenement; wat nu?!

Het Canitrailen hebben jullie flink geoefend, alleen of in een groepje, en dan nemen jullie nu de volgende stap. Je hebt jullie ingeschreven voor een evenement. Maar weet jij wat je te wachten staat? Waar je op moet letten? Wat er van je wordt verwacht? En wat jij kunt verwachten? Vanuit mijn eigen jarenlange ervaring als deelnemer en organisator zal ik een deel van je vragen proberen te beantwoorden in onderstaande blog. Heb je een andere vraag die hieronder niet wordt beantwoord, laat het me dan weten zodat ik het alsnog kan oppakken.

A. Waar let ik op?
Bij het kiezen van een evenement let ik in ieder geval op wat de organisatie aanbiedt. Op hun website kun je vaak vooraf al lezen welke afstanden ze aanbieden, vanaf welke leeftijd de hond mag aansluiten, het aantal verzorgingsposten, de parkeerruimte, wel of niet meenemen van het hondenpaspoort, de minimale leeftijd van de hond, een massa-start of individuele start, en het liefst heb ik meer informatie over het parcours wat betreft de hoeveelheid natuurlijk watertjes onderweg voor mijn hond zodat ik weet hoeveel water ik zelf moet meenemen en natuurlijk de ondergrond om te bepalen welke schoenen ik zelf ga aandoen.

Ligt het parkeerterrein en het secretariaat om je startnummer op te halen dicht bij elkaar of ver van elkaar?
Leer je hond al vanaf het begin om alleen in de auto te blijven als jij even weg bent om het startnummer op te kunnen halen. Het levert voor veel honden heel veel stress op als ze in de rij moeten staan met allemaal vreemde mensen en als je pech hebt ook diverse vreemde honden die je niet kunt ontwijken om het startnummer op te halen.
Wil je je hond in de auto laten, zorg er dan voor dat je auto op een schaduwrijk plekje kunt neerzetten met het raam op een kiertje, zodat het niet te warm wordt in de auto. En zet je auto een beetje uit de looprichting om drukke rijen mensen die langs komen lopen te voorkomen.
Heeft je hond heel veel stress in en vreemde omgeving, doe dan alvast thuis het harnas aan en zorg ervoor dat je alle spullen die je nodig hebt in 1 keer kunt pakken. Dat scheelt ook voor jou de nodige stress.
c
Is het evenement hond-vriendelijk?
Het is altijd handig om te weten of er voorzieningen zijn getroffen voor de honden of niet. Als het goed is wordt dat op de website van de organisatie vermeld. Is er bijvoorbeeld een waterpunt waar je je flesjes kunt vullen of moet je dat thuis alvast doen.  Is er eventueel op de verzorgingspost een mogelijkheid om het water voor je hond bij te vullen? Neem in ieder geval bij organisaties waar je met je hond mag aansluiten alles zelf mee in je trailvest, zodat je geheel zelfvoorzienend jullie trail kunnen afleggen.
Ook is het handig om te weten of de route getest is op dat wat voor honden ook prettig is. Denk aan bijvoorbeeld wildroosters; niet handig als je een hond van 40kg hebt en je zou deze er overheen moeten tillen.
Voor mij is het tevens van groot belang om te weten of er een massastart is met alle honden samen of dat ik kan starten met mijn hond in alle rust en ruimte.  Ver van alle andere honden of mensen.
c
Wat neem je mee voor na afloop?
Voor na afloop is het handig om droge kleding, droge schoenen en sokken voor jezelf mee te nemen. Voor je hond heb je in de auto een handdoek of badjas om hem of haar af te kunnen afdrogen. Neem eten mee om in kleine porties na afloop bij de auto te kunnen geven en een warm deken of hondenjas om te voorkomen dat de spieren te snel afkoelen in de koude auto. Zorg voor een droge halsband of wandeltuig en gewone lijn om aan te trekken. Neem vanaf huis een jerrycan van 5 of 10 liter gevuld met water, zodat je altijd voldoende water bij je hebt…niet alleen voor het drinken van hond en mens maar ook om eventuele modder van je hond of je schoenen af te kunnen spoelen. De vieze en natte spullen doe je vervolgens in een vuilniszak om te voorkomen dat de auto een natte modderpoel wordt.

B. Weet jij het verschil tussen allerlei evenementen?
Bij de diverse evenementen in binnen- en buitenland zijn er behoorlijk wat verschillen in wat ze een canitrail noemen en wat ze speciaal voor de honden organiseren. Ik maak dan ook het volgende onderscheid:

– Aansluiten bij Reguliere Trail: Er worden trail-evenementen georganiseerd waarbij jij met je hond mag aansluiten. Er is dan geen apart startmoment voor jou en je hond. Je start vaak gewoon achteraan tussen de gewone trailers. Onderweg is er niets voor je hond geregeld (misschien een extra bakje water), er is geen dieren-EHBO voor noodgevallen, de route kan de nodige obstakels bevatten voor mensen met een (grote) hond en er wordt qua materiaal en leeftijd van de hond niet gelet op geschiktheid. Je zult dus geheel zelfvoorzienend moeten zijn en al behoorlijk wat ervaring hebben in het canitrailen met je hond.  Wat mij betreft niet geschikt voor de beginnende Canitrailer en/ of reactieve/ onzekere honden. Vaak is er vooraf een briefing waarbij je zonder hond aanwezig kan/ moet zijn. Bij de finish staat de muziek aan of staat er een speaker te oreren waarbij het volume flink hoog staat zodat iedereen het goed kan horen.

– Reguliere Trail met Canitrail start: Er worden Canitrails georganiseerd die een onderdeel zijn van een regulier trail-evenement. Alle deelnemers met hun hond starten gezamenlijk op een ander tijdstip als de andere trail-deelnemers. De route is exact hetzelfde als die voor de trailers, dus de vraag is of er onderweg rekening gehouden is met honden-obstakels. Vaak wordt er wel een minimale leeftijd gehanteerd voor de hond en sommige organisaties willen dat je het hondenpaspoort bij het ophalen van het startnummer laat zien. Mijn ervaring is dat dat vaak wel wordt vermeld, maar niet wordt gecontroleerd. Op de tijd dat de Canitrailers mogen starten staan alle honden bij elkaar om massaal te beginnen. Sommigen hanteren een ‘individuele’ start van om de 15 of 30 seconden maar dan wel met alle honden bij elkaar in het startgebied. Onderweg bij de verzorgingspost staat er vaak wat extra water voor de honden. Sommigen hebben zelfs wat hondenkoekjes staan voor de viervoeters. Neem voor je hond vooral voldoende eigen snoepjes mee, want misschien vindt ie die hondenkoekjes niet lekker. Sommige organisaties hebben ook een briefing vlak voor de Canitrail-start…maar meestal hoor je daar niets van vanwege de blaffende honden die moeten wachten maar heel graag weg willen. Vaak staat er bij de finish muziek aan of is er een speaker die de boel aan elkaar kletst op extra volume zodat iedereen het goed kan horen. Wat ik ook vaak tegenkom is dat de start en finish op exact dezelfde plek zit. Met een beetje pech beland jij met je finishende hond tussen de startende trailers.

– Canitrail; Inmiddels zie ik ook Canitrails georganiseerd worden alleen voor hardlopers met hun hond maar dan wel met een start waarbij alle honden bij elkaar staan. Reken er op dat veel honden die met z’n allen bij elkaar staan, aangelijnd, geen kant op kunnen, moeten wachten totdat het startschot gaat een kakafonie van blaffende honden kan uitlokken. Dat komt door de enorme stress die in zo’n setting wordt opgebouwd. Zelf de meest relaxte hond kan in zo’n situatie moeilijk z’n kalmte bewaren. Vaak zie je de honden pas na een kilometer of 2 – 3 weer tot rust komen. Verder wordt er waarschijnlijk wel gelet op het materiaal en moet je je hondenpaspoort laten zien. Sommige organisaties willen dat je hond van tevoren nog wel even langs de dierenarts gaat en wordt gecontroleerd op het hebben van een chip. Soms is er vooraf nog een briefing van de organisatie, maar als je helemaal achteraan in de luwte staat krijg je daar niet veel van mee.  Soms worden er prijzen uitgereikt aan de snelse Canitrailers, soms doet de organisatie niet aan tijdwaarneming. Dat verschilt nogal per organisatie.

– Natte Neuzen Trail; Vanaf januari 2016 worden er Natte Neuzen Trails georganiseerd onder leiding van Canitrail.NL. Deze trails voor honden met hun aangelijnde mens/ baas onderscheidt zich van de reguliere Canitrails die de laatste jaren worden georganiseerd. Het unieke concept van de NNT is altijd hetzelfde: geen tijdwaarneming, geen gezamenlijke start maar vaak om de minuut of 3 minuten onder begeleiding van een Dogwatcher. Voor de Gele Hond met het gele lintje wordt er zelfs een extra rustige start gecreëerd.  Ophalen van het startbewijs zo dicht mogelijk of op de parkeerplaats. Start en Finish zijn nooit op dezelfde plek zodat startende en finishende honden nooit recht op elkaar af komen.  Ook is de verzorgingspost dusdanig ingericht dat honden niet te dicht bij elkaar hoeven te staan.  Vaak is er een sporthonden-masseuse en/of osteopaat aanwezig om de honden vooraf en /of achteraf fysiek te beoordelen. Er is altijd een EHBO voor mensen en honden aanwezig. Vooraf zijn de leeftijden van de honden al gecontroleerd en is er al via de mail of telefonisch contact over gehad als deze afwijkt. Het Hondenpaspoort hoeft niet mee; je kunt een kopie vooraf via de mail toesturen zodat dit al vooraf gecontroleerd is. Je hoeft dan ook niet lang in de rij te staan bij het ophalen van je startbewijs. Op de verzorgingspost en na afloop worden de honden verwend met verantwoorde vetarme snacks en een door de organisatie zelfgemaakte botten-bouillon. Afhankelijk van de afstand en het weer krijgen de honden op de langere afstanden op de verzorgingspost water waaraan extra mineralen, eiwitten en essentiële aminozuren uit kabeljauw, makreel/haring of zalm zijn toegevoegd, omdat een hond op de lange afstanden meer nodig heeft als alleen water.
c

C. De Gele Hond oftewel The Yellow Dog Project
Soms zie je tijdens een Trail, Canitrail of Natte Neuzen Trail een hond lopen met een geel lint, geel botje of waarschuwingssleeve met erop de tekst “I need Space” of “Afstand houden”. Het dragen van een geel lintje is niet voor niks. Het kan een belangrijke boodschap uitdragen over de hond en zijn of haar behoefte aan ruimte.

Het Yellow Dog Project
Het dragen van een geel lintje door honden begon als onderdeel van een initiatief genaamd “The Yellow Dog Project” dat in 2012 in het leven werd geroepen om mensen te informeren over honden die extra ruimte nodig hebben. Dit kan zijn omdat ze onzeker of angstig zijn, omdat ze ziek of herstellende zijn, of omdat ze niet goed samen kunnen met andere honden. Het geelgekleurde lintje aan de halsband van de hond is bedoeld als een signaal voor anderen om voorzichtig te zijn en de hond met rust te laten.

De kleur GEEL
Het gebruik van een geel lintje als teken voor extra voorzichtigheid rondom honden is niet willekeurig gekozen. Er is een specifieke reden waarom geel de kleur is die wordt geassocieerd met dit teken. Geel is een kleur die vaak wordt geassocieerd met waarschuwingen en voorzichtigheid. Daarnaast is geel ook een opvallende kleur die goed te zien is; zelfs op een grote afstand. Dit is belangrijk voor het doel van het geel lintje, namelijk om anderen te waarschuwen om extra voorzichtig te zijn rondom de hond.

Wat betekent dat gele lintje?
Hoewel het dragen van een geel lintje door honden vaak wordt geassocieerd met agressief gedrag, is het belangrijk om te begrijpen dat dit niet altijd het geval is. In feite kan het dragen van een geel lintje vele verschillende betekenissen hebben, afhankelijk van de specifieke situatie en de behoeften van de hond.

– Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat de eigenaar van de hond gewoon extra voorzichtig wil zijn en andere mensen vraagt om de hond niet te aaien of te benaderen zonder toestemming. Dit kan vooral het geval zijn als de hond bijvoorbeeld verlegen, angstig of nerveus is, en gewoon wat extra tijd en ruimte nodig heeft om op zijn gemak te zijn.

– Daarnaast kan het dragen van een geel lintje ook betekenen dat de hond nog in training is en nog moet wennen aan verschillende situaties en omgevingen. Dit kan vooral het geval zijn bij puppy’s en jonge honden, die nog moeten leren hoe ze zich moeten gedragen tijdens wandelingen en andere uitstapjes.

– Bovendien zijn er ook andere omstandigheden waarbij het dragen van een geel lintje kan helpen om de hond en zijn omgeving veiliger te maken. Bijvoorbeeld als de hond ziek is of aan het herstellen is van een blessure, en daarom wat extra ruimte en rust nodig heeft. Of als de hond om andere redenen niet goed overweg kan met andere honden of dieren, en daarom beter apart kan worden gehouden.

Geel lint = Niet benaderen
Het dragen van een geel lintje kan hondenbezitters helpen hun hond veiliger en meer op hun gemak te houden tijdens wandelingen en andere uitstapjes. Het kan ook helpen om misverstanden te voorkomen en om anderen te laten weten dat de hond extra aandacht nodig heeft. Als je een hond met een geel lintje ziet, respecteer dan het teken en benader de hond niet zonder toestemming van de eigenaar.

Mocht je tijdens de Natte Neuzen Trail een hond zien met een geel lint om zijn nek, een geel lint aan zijn riem of aan zijn tuigje, benader je de hond en zijn of haar eigenaar NIET met je eigen hond. Want het gele teken geeft aan dat de hond niet op zijn gemak is als andere honden te dichtbij komen.

Hoe dichtbij is TE DICHTBIJ?
Dat weten we niet. Alleen de ‘Gele Hond’ en zijn eigenaar weten dit. Houd dus ruim afstand en geef de hond en baas tijd en ruimte om je uit de weg te kunnen gaan.  Jouw hond kan het misschien wel vriendelijk bedoelen, maar de ‘gele lint’ hond hoeft het niet zo te interpreteren.

Door deze simpele stap te nemen, kunnen we allemaal helpen om de emotionele en sociale veiligheid en het welzijn van honden en hun eigenaren te waarborgen.

Kortom: het gele teken betekent extra afstand, extra ruimte en zelf ook extra alert zijn dat jouw hond die afstand ook respecteert.

 

D. De belangrijkste Do’s en Don’ts tijdens een Canitrail-Evenement
Vaak lees je vooraf niet wat er van jou als canitrailer wordt verwacht. Enerzijds omdat er niet wordt stilgestaan bij het verschil tussen een trailer en een canitrailer. En anderzijds omdat daar nog niet zoveel over bekend is. Vandaar dat ik een opsomming heb gemaakt van geschreven en ongeschreven regels zodat je zelf in ieder geval goed voorbereid aan de start staat.
1. Je hond is te allen tijde aangelijnd
Je loopt vaak in natuurgebieden waar beheerders erop staan dat je je hond hebt aangelijnd. Respecteer deze voorwaarde, zodat de organisatie van de canitrail ook in de toekomst hun canitrails kunnen blijven organiseren.

2. Je hond is minimaal 1,5 jaar of volgroeid
Grote honden kunnen zelfs pas op 3-jarige leeftijd volgroeid zijn terwijl een terriër dat al met 1 jaar kan zijn. Lees het blog “Wanneer begin ik met het belasten van mijn hond?” over het waarom van deze minimale leeftijd. Bij het ophalen van je startbewijs heb je je hondenpaspoort bij je zodat de organiserende partij de leeftijd kan controleren.

3. Sta alleen aan de start met een fitte getrainde hond
Een hond met pijn hoort niet op een canitrail-evenement. Hoe herken je pijn bij je hond? In het artikel op Doggo.nl staat dat heel goed beschreven.

4. Jullie zijn samen een team en jij bent verantwoordelijk voor het welzijn van je hond
Herken de vermoeidheidssignalen ( lees hierover op de website) en negeer ze niet.
A.Trek je hond niet met je mee maar respecteer z’n grenzen;
B. Laat hem/haar drinken als hij/zij dorst heeft;
C. Laat hem/ haar even uitrusten als hij/zij moe is.
D. Ga wandelen als het nodig is; je hoeft niet continu te hardlopen.

5. Draagt een hond een geel lint, dan benader jij en/of je hond hem/haar niet
Hij/zij heeft niet voor niks extra ruimte nodig. Over de betekenis van het gele lint kun je meer lezen in ons blog ” The Yellow Dog project”.

6. Vanuit respect naar je hond lopen jullie nooit met een prikband of slipketting
Je hond kan zich het beste bewegen in een harnas waarbij de schouders vrij zijn (dus ook geen anti-trek-tuig) zodat hij/zij zich vrij kan bewegen, een verende lijn van ongeveer 1-2 meter en een heupgordel zodat je zelf handsfree kunt bewegen. Vanaf 1 juli 2018 is het in Nederland verboden om je hond een prikband om te doen.

7. Neem onderweg altijd je afval mee
Leave nothing but footprints; doe je afval in een zakje en neem het gewoon mee in je trailvest. Ook je gebruikte wc-papiertjes kun je in een poepzakje van je hond doen en gewoon meenemen om later in een vuilnisbak achter te laten.

8. Neem een opgeladen mobiele telefoon met het noodnummer van de organisatie mee
In geval van calamiteiten moet je altijd de organisatie om hulp kunnen vragen.

9. Haal je een andere canitrailer, trailer, fietser of wandelaar in laat hem/haar dat weten door bijvoorbeeld “Linkszij” te roepen. Je haalt pas links in als je de ruimte van de ander krijgt.

10. Word je ingehaald tijdens een canitrail, dan houd je je hond iets korter aan de lijn
Als je weet dat je hond hier heftig op kan reageren of als jullie op een single track lopen, stap je opzij van het pad en geeft de ander de ruimte om in te kunnen halen.

11. Op een single track geeft de langzamere canitrailer ruimte aan de snellere canitrailer
De snelle canitrailer geeft ruimte aan de snellere mountainbiker. Het paard krijgt altijd de ruimte, omdat een paard onverwacht kan reageren en daardoor een gevaar kan zijn voor zichzelf en anderen. Loop je elkaar tegemoet, dan geeft de canitrailer die bergafwaarts gaat ruimte aan de canitrailer die bergop gaat.

12. Neem voldoende water en wat te eten mee zodat je je hond onderweg ten alle tijden kunt verzorgen
De hoeveelheid is afhankelijk van de afstand, de weersomstandigheden en de aanwezigheid van natuurlijk drinkbaar water in de omgeving. Bij te weinig water onderweg zorgt de organisatie vaak voor wat extra water dmv bijvoorbeeld jerrycans.

13. Gun je hond en jezelf een stressvrije start en finish door goed te letten op zijn/ haar stresssignalen. Herken de stress-signalen ( lees er meer over op de website van Hondenlot of lees het boek “Kalmerende signalen” van Turid Rugaas). Luister ernaar en help je hond vervolgens door hierop te anticiperen. Je hond is hierin altijd leidend en jij als ‘baas’ hieraan ondergeschikt.
A.Hoe leuk het bijvoorbeeld ook is om gezellig wat na te kletsen bij de finish, als je hond hier teveel prikkels krijgt en stress ervaart loop je eerste verder (uit de drukte) en zorg je eerst voor een ontspannen rustige omgeving voor je hond. Ga vervolgens terug naar de finish voor een drankje of hapje  zonder hondje:) Jij blij-hond blij.
B. Ga niet op een kluitje midden op het pad bij elkaar staan waardoor een canitrailer er met zijn hond nauwelijks nog langs kan. Geef als canitrailer aan dat je er graag langs wil, en maak ruimte voor de hond zodat hij niet recht op jullie af hoeft te lopen; dat is in hondengedrag namelijk erg onbeleefd en zal hij zoveel mogelijk proberen te vermijden.

14. In en om het start- en finish terrein is het voor deelnemers en bezoekers wenselijk om een poepvrije zone in te stellen; neem dus altijd extra poepzakjes mee.

15. Heb respect voor alle bewoners in het natuurgebied waar jullie canitrailen
Geef de ruimte aan al het wild dat je tegenkomt en jaag ze vooral niet op. Dieren kunnen onvoorspelbaar reageren, dus houdt voldoende afstand (minimaal 25 meter), doorkuis nooit een kudde maar wandel er met een boog omheen.

 –

 Leave nothing but Footprints
Take nothing but Pictures
Kill nothing but
Time

& HAVE FUN

Ken jij het gangwerk van je hond?

Ben jij aan het sporten met je hond of willen jullie gaan Canitrailen? Dan is het belangrijk om meer te weten over het gangwerk van de hond, zodat je zelfs de kleinste verandering al opmerkt.

Zie je een kleine hapering in het gangwerk van je hond dan ga je nog voordat er sprake is van een zware blessure naar een dierenarts, osteopaat, masseur of fysiotherapeut om erger te voorkomen. Daarbij hoort natuurlijk ook dat je goed bent geïnformeerd over het gangwerk van je hond.

Hoe loopt je hond normaal? Gaat hij soepel van draf naar galop in 1 pascyclus? Zie je je hond meer hijgen als normaal als hij in de galop loopt…of gaat hij liever niet in de draf en van stap meteen naar galop. “Afwijkende” kenmerken die je als sporter met je hond meteen zouden moeten opvallen.

c

HET NORMALE ZWAARTEPUNT (CG)
Het lichaamszwaartepunt is een denkbeeldig punt in het lichaam waaromheen de massa gelijkmatig verdeeld is. Dit moet zich boven het steunvlak bevinden om goed in evenwicht te kunnen blijven zonder je spieren teveel te hoeven belasten. Dit geldt zowel voor je hond als voor jou als mens.

Bij je hond bevindt zich dat zwaartepunt net richting de staart van de thoracale ledematen. Het zwaartepunt kan naar voren worden verschoven door het hoofd en de nek te laten zakken en naar achteren door het hoofd omhoog te brengen. Door het hoofd naar de zijkant te bewegen, verschuift het zwaartepunt lateraal (in zijwaartse richting). De staart (afhankelijk van zijn lengte en massa) draagt ​​ook bij aan longitudinale (in de lengterichting) en laterale (in zijwaartse richting) verschuivingen in het zwaartepunt.


In tegenstelling tot starre lichamen heeft het menselijk lichaam geen vast zwaartepunt. Het verschilt van persoon tot persoon, afhankelijk van de bouw van de persoon. Voor een bepaalde persoon kan het zwaartepunt nog variëren, afhankelijk van de relatieve positie van de lichaamsuiteinden gedurende bepaalde fysische activiteiten. Dit wil zeggen dat elke verplaatsing van lichaamsdelen t.o.v. elkaar een vormverandering betekent zodat een verplaatsing van het lichaamszwaartepunt t.o.v. het lichaam zelf plaatsgrijpt.
De plaats van de zwaartepunten van de bovenuiteinden en de onderuiteinden kunnen ook verschillen. Bijvoorbeeld wordt het zwaartepunt van het been naar achter verschoven als de knie gebogen wordt. Het zwaartepunt van de ganse arm verschuift naar voor als de elleboog gebogen wordt. Het zwaartepunt van de mens in anatomische houding (rechtopstaand met gestrekte armen langs het lichaam) ligt in het bekken voor de tweede sacrale wervel.

In het plaatje kun je zien dat het zwaartepunt van de mens in anatomische houding (rechtopstaand met gestrekte armen langs het lichaam) in het bekken voor de tweede sacrale wervel ligt. En laat nou net dat gebied zijn op precies dezelfde hoogte van het trekpunt van je hond aan de heupgordel:)
c

VOORHAND – MIDDENHAND – ACHTERHAND
Honden zijn gemaakt om vooruit te gaan want hun lichaamsgewicht wordt voor 60% door hun voorhand gedragen terwijl de achterhand slechts 40% van het lichaamsgewicht draagt. Voor – en achterhand hebben dan ook verschillende functies.

De voorhand heeft de functie om de beweging te veranderen van richting. Tevens is het de taak van de voorhand om de stuwkracht vanuit de achterhand op te vangen en door te geven naar beweging.
De achterhand bestaat uit het bekken en de achterste ledematen. Deze vormen samen de motor van de beweging en zorgt voor de belangrijkste stuwkracht. De spiermassa ter hoogte van de bilspieren dienen als extensoren van de heup en staan voor de nodige kracht die moet ontwikkeld worden om een hoge snelheid te kunnen halen.
De middenhand bestaat uit de borstkas, borstbeen, wervelkolom, rug, lendenen en is de brug tussen de voorhand en achterhand. Een sterke soepele middenhand is essentieel om de kracht, stuwing vanuit de achterhand over te brengen naar de voorhand.

Bij honden die hoge snelheden lopen is nog duidelijker te zien dat twee derde van het totale lichaamsgewicht wordt gedragen door de voorpoten en één derde door de achterpoten. “Deze verplaatsing van de zwaartekracht in de richting van de kop zorgt voor een betere acceleratie. De spieren van de achterhand zijn groter dan die van de voorhand en kunnen daarom meer kracht ontwikkelen. De voorpoten hebben tijdens hogere snelheden een andere hoofdfunctie gekregen. Ze hebben dan voor 80% een sturende functie, de overige 20% draagt bij aan de snelheid. Ze vervullen een groot aandeel van de ondersteuning van het lichaamsgewicht en van de schokabsorbering” (Poulter, 1991).

Het lopen op hoge snelheid bij honden, evenals bij andere zoogdieren, kenmerkt zich door een op- en neerwaarts buigen en strekken van de rug. Tijdens het lopen in de galop zorgt deze afwisseling voor een toename van de snelheid door de staplengte en de voortstuwende kracht van de achterpoten te vergroten (Walter & Carrier, 2007).  Wanneer een hond niet durft te strekken in rug, heupen of knieën, zal deze gaan compenseren. Bijvoorbeeld door als een konijn te gaan galopperen, waarbij beide achterpoten gelijktijdig naar voren en naar achteren bewegen en niet onafhankelijk van elkaar. Bij honden met een lange rug en korte poten zie je dit nogal regelmatig. Dit kan ook deels bouw gerelateerd zijn, omdat hun poten te kort zijn ten opzichte van hun lijf.
c

PASCYCLUS
Bij het observeren van het gangwerk van je hond kijk je goed naar de hele pascyclus.
Een pascyclus is wanneer elk van de vier poten zich 1x heeft verplaatst. Daarbij kennen we drie fases:
1. De Steunfase ; poot steunt op de grond ( het gewicht staat er vol op)
2. De Zwaaifase; poot komt los van de grond
3. De Zweeffase ; het moment waarop alle vier de poten van de grond zijn bij hoge snelheid
c

DE GANGEN
Honden gebruiken verschillende gangwerken om zich te verplaatsen. Elke hond kan zich in alle soorten gangwerk voortbewegen, maar niet elk gangwerk past even goed bij je hond op elk moment. Dat kan te maken hebben met de bouw van de hond of de haast die hij heeft, maar ook de fysieke conditie kan hierbij een rol spelen. De gangen bij honden die genoemd worden zijn:
– Stap
– Snelle Stap/ Amble
– Draf/ Trot
– Telgang/ Pace
– Korte Galop/ Canter
– Diagonale galop of Rengalop
– Rotatiegalop (alleen bij windhonden zoals Greyhounds en Whippets)

Symmetrische gangen zijn gangen waarbij de linker – en rechterlichaamshelft dezelfde beweging maken. De belasting en energie wordt gelijk verdeeld over links en rechts. De symmetrische gangen zijn Stap, Telgang en Draf. De verschillende gangen van de hond zijn perfect op video gezet door Sporthond in Conditie.

 

De meest optimale gang
Richard Taylor ontdekte in de jaren zeventig dat dieren een ‘voorkeurssnelheid’ hebben om in een bepaalde gang te lopen. Bij deze snelheid is het energieverbruik namelijk het laagste. Als de omstandigheden ertoe nopen om harder te lopen dan schakelt een dier door naar een snellere gang, maar bij voorkeur loopt hij in die gang dan weer in de optimale snelheid. Per afgelegde meter blijft het energieverbruik op die manier tamelijk constant. Per seconde neemt het energieverbruik wel toe want bij een hogere snelheid legt een dier vanzelfsprekend meer meters af. Optimalisering van het zuurstofverbruik is de rode draad waarlangs dieren hun loopsnelheid bepalen.

Honden zijn soepele lopers en switchen makkelijk van gang; de atletische honden presteren zowel op duurvermogen als snelheid behoorlijk goed. Verhoudingsgewijs verbruiken ze relatief weinig zuurstof per afgelegde meter per kilogram lichaamsgewicht. Ze hebben een hoge biomechanische en fysiologische efficiëntie. Het snel en gemakkelijk wisselen van gang, ook wel ‘schakelen’ genoemd, is een kenmerk van een goede loper. De meest lichtvoetige honden schakelen probleemloos en gaan in een of twee passen over in een andere gang. Als een hond doorschakelt naar een snellere gang mag dat dus hooguit een enkele pascyclus duren. Duurt het langer dan zie je dat terug als een onregelmatigheid. Echter bij de kleinere rassen zie je dat de speelruimte in het schakelen veel kleiner is als de grotere rassen.

De stap, draf en galop/ rengalop zijn de normale gangen van je hond. De gangen amble en telgang(pace) zijn gangen, die ook vaak bij een hond gezien worden. Alle gangen van de hond in het engels volledig uitgelegd kun je vinden op de Gaits Web Site: http://vanat.cvm.umn.edu/gaits/index.html

Er zijn volgens deze website 6 verschillende gangen te herkennen; de Canter wordt echter niet door iedereen herkend als een aparte gang. Als je het gangwerk van honden (en natuurlijk ook je eigen hond) om je heen wil bekijken en observeren, dan zijn de “telgang” en “draf” de twee makkelijkste gangen om mee te beginnen. De “stap” is mechanisch de meest gecompliceerde manier om te begrijpen.

Hieronder een korte uitleg van de verschillende gangen en een link naar een filmpje met de verschillende gangen :

Stap Walk Links achter, links voor, rechts achter, rechts voor. Er beweegt slechts 1 been tegelijk. De stap is een viertakt gang. Wat betekent dat elke poot afwisselend van elkaar de grond verlaat.

 

Snelle Stap Amble De achterste voet komt iets eerder van de grond dan de voorvoet aan dezelfde zijkant. De voeten worden samen op de grond geplaatst. Dit is een snelle stap. Oftewel het lijkt bijna of de hond in telgang wil lopen, maar de poten gaan nog net afwisselend van elkaar van de grond.

 

Draf (Kruisgang) Trot Draf is wanneer de tegenovergestelde achter- en voorbenen kruislings samen naar voren bewegen. Oftewel linksvoor en rechtsachter/ rechtsvoor en linksachter. Op volle snelheid zijn alle vier de voeten een fractie van een seconde van de grond. De draf is een tweetakt gang. Waarbij de diagonale poten gelijktijdig naar voren of naar achteren bewegen. Het is goed geschikt voor ruwe, onregelmatige grond en voor het reizen van lange afstanden met een redelijke snelheid. Het werk wordt gelijkmatig verdeeld over alle vier de ledematen. Door de diagonale ondersteuning is het gemakkelijk om het evenwicht te behouden.
Telgang Pace De Pace is een draf de achter- en voorvoet van dezelfde kant de grond tegelijkertijd verlaten. Wanneer een hond in telgang beweegt in stap (Amble) of draf (Pace), gaan bijvoorbeeld RV en RA tegelijktijdig naar voren, waarbij LV en LA op de grond blijven staan.
Het is een tweetaktgang, net als de draf/ trot
Dit is een van de meest efficiënte gangen voor lange afstanden, echter wel minder stabiel als de draf (kruisgang). Deze gang lijkt minder spierkracht te vereisen dan de draf (minder verticale oscillatie). Verticale oscillatie kunnen we omschrijven als de op- en neerwaartse beweging tijdens het lopen. Een te grote verticale oscillatie leidt tot energieverlies. Bij een te grote op- en neerwaartse beweging gebruik je je energie meer voor de opwaartse dan voor een voorwaartse beweging. Daardoor benut je je capaciteiten niet ten volle.

 

Galop
(Korte galop)
Canter De korte galop is een drietakt gang die voor lange afstanden wordt gebruikt, omdat deze soepel is en de hond helpt energie te besparen. Het exacte patroon is net als de rengalop maar hierbij worden bij een rechtergalop de rechterachtervoet en de linkervoorvoet tegelijkertijd neergezet. Het ziet er qua ritme uit als 1-2-3 De galop is voor veel honden de werkgang. De galop heeft de voorkeur als de hond over een lang recht stuk loopt, omdat het niet vermoeiend is en goede ondersteuning biedt.

Vanwege de gelijkmatige verdeling van de ondersteuning (statief met achterpoot gevolgd door statief met voorpoot), is deze galop geschikt voor ruw terrein.

 

Galop
(Rengalop)Galop
(Draaiende galop) 

 

 

 

 

Gallup

 

 

 

De rengalop is een viertakt of viertelgang.  Bij een rechtergalop wordt eerst de linkerachtervoet neergezet, gevolgd door de rechterachtervoet, de linkervoorvoet en de rechtervoorvoet, waarna een zweefmoment volgt. De rechtervoorvoet maakt daarbij voor de afzet een langere stap, terwijl de linkerachtervoet de landing maakt. De rechterachtervoet levert de meeste kracht voor de afzet.

De draaiende galop is een viervoudige, asymmetrische rengalop die alleen voorkomt bij windhondenrassen . Dit is de enige gang waarbij de hond volledige extensie bereikt met de voorpoten naar voren gestrekt en de achterpoten naar achteren gestrekt, de rug buigt en buigt met de achterpoten voor de voorpoten en de voorpoten achter de achterpoten.

De rengalop is een versnelde galop, waarbij de hond op zijn max rent en snel vermoeid raakt. De rengalop is voor veel honden de snelste gang en wordt geclassificeerd als asymmetrisch. Het is een viergangengang met vering waarbij alle benen van de grond worden getild.

 

Bij de draaiende galop halen de achterpoten de voorkant in, wat betekent dat de hond in elke cyclus twee zweefmomenten kent. Het is deze gang die windhondenrassen zoals Greyhound, Whippet, Galgo en Saluki zo snel maakt, ook al biedt deze gang, ondanks de snelheid, niet veel uithoudingsvermogen. Andere honden kennen deze gang niet.

 

 

Tijdens de trainingen waarin je het duurvermogen wil uitbreiden is de draf voor je hond de meest efficiënte en energiezuinige gang om zich voort te kunnen bewegen. De draf is sneller dan de stap, maar niet zo snel als de galop. Wolven zijn perfect gebouwd voor het – in draf – onvermoeibaar afleggen van lange afstanden. Wolven waren in draf in staat om 160 kilometer per dag af te leggen. In draf lopen zij met de kop in het verlengde van de rug of zelfs lager. Veel honden houden de kop een stuk hoger bij het lopen waardoor ze in de draf minder efficiënt kunnen bewegen. De draf is energiezuinig, stabiel en het minst vermoeiend. Perfect dus voor de langere Canitrails.

Wil je de snelheid en kracht van je hond verder ontwikkelen voor bijvoorbeeld een snellere korte afstand dan verwerk je de galop over rechte paden in jullie training. Snel door de bochten in galop willen gaan kan volgens onderzoeken het risico op blessures verhogen. Mijn advies is om bij nog onvoldoende getrainde honden veel rechte stukken uit te kiezen zonder teveel hoogtemeters of bochten om het risico op blessures te verkleinen.
c

TELGANGEN: IS DAT FOUT ?
De telgang of pace is een laterale gang met twee fases. Het lichaamsgewicht word steeds van de linker zijkant naar de rechter zijkant geslingerd (je ziet de achterhand van links naar rechts draaien – het wiebelende kontje). De hond heeft op ieder moment 2 poten aan de grond aan dezelfde kant. Bijvoorbeeld Rechtsvoor en Rechtsachter tegelijktijdig naar voren, waarbij Linksvoor en Linksachter op de grond blijven staan.

De telgang of pace wordt vaak beschouwt als een ‘verkeerde’ gang echter bij het canitrailen van lange afstanden zien we vaker honden in telgang lopen. Telgang heeft namelijk ook zo z’n voordelen. Het zwaartepunt wordt goed in de richting van de voortstuwing voortbewogen, dus kost het je hond minder energie. De zijwaartse verplaatsing is groter en dus is er minder verticale oscillatie (op en neerwaartse beweging tijdens het lopen). In de telgang zijn hoge snelheden niet mogelijk, maar op de langere canitrails is dat ook niet noodzakelijk.

Honden met een korte rug en/of lange poten hebben meer kans om te gaan telgangen net als jonge dieren en dieren die wat vermoeid zijn. Soms heeft een hond niet het juiste tempo, waardoor ze eerder gaan telgangen in plaats van over te gaan in een draf. Om in de diagonale draf te komen hebben sommige honden meer tempo nodig om uit de telgang te kunnen komen. Zie je je hond telgangen? Ga dan eens versnellen naar een galop en weer terug naar een draf. Kijk of je hond dan ineens wel in de kruisgang gaat. Gaat je hond inderdaad over naar een normale draf (kruisgang) dan is er het waarschijnlijk zo dat je voor je hond te langzaam ging voor zijn kruisgang draf.

Een hond met een hoger gewicht, zal eerder de voorkeur tot telgangen hebben, omdat een zwaardere hond meer energie verbruikt om los te komen van de grond bij een zweeffase. De gemoedstoestand zou ook nog een rol kunnen spelen in het telgangen. Bijvoorbeeld bij angstige honden. Deze honden hebben meer spanning in hun lijf. En hebben meer de neiging tot hyperflexie in de wervelkolom. Hiermee verkorten ze hun rug. Ook bouwen ze meer spierspanning op waardoor de beweeglijkheid van de wervelkolom beperkter wordt. Maar er zijn ook honden die van nature in de telgang lopen zoals de Wetterhoun.

Telgang door klachten
Telgangen kan ook voortkomen uit klachten. Daar moet dan ook altijd rekening mee worden gehouden.
75% van de casuïstieken die aan telgangen doet, is aangeleerd.
25% van deze honden hebben een klacht.

Wanneer een hond aan telgangen doet in stap of draf vanuit klachten, doet de hond dit om zo zijn rug minder te hoeven bewegen en om zijn rug te ontlasten. Na een herstelperiode van een bezoekje aan de osteopaat of fysiotherapeut zou je verschil moeten kunnen zien als je hond telgangt vanwege een blokkade.
c

LAGE RUGPIJN
Lage rugpijn is een veel voorkomend probleem bij honden en goed te zien in het gangwerk van je hond. Het kan worden veroorzaakt door verschillende factoren, zoals verwondingen, artritis en spierspanning. Hun gangwerk wordt behoorlijk beïnvloed omdat de middenhand niet langer het doorgeefluik kan zijn tussen de achterhand en voorhand.

Honden met klachten aan de iliopsoas spier springen helemaal niet meer of durven in de afzet hun achterpoten niet meer naar achteren te zwaaien. Ze kunnen met een bolle rug lopen, en willen hun achterpoten niet meer strekken boven de sprong. Een verkeerde coördinatie of een glijpartij op het verkeerde moment kan tot deze blessure leiden.

 

 

In deze video concentreren de makers zich op de psoas-spier, die strak kan worden en kan bijdragen aan lage rugpijn bij honden. Ze beginnen met het bespreken van de anatomie van de psoas-spier en hoe deze lage rugpijn bij honden kan veroorzaken. Vervolgens demonstreren ze verschillende rekoefeningen en oefeningen die je thuis kunt doen om de psoas-spier van je hond los te maken en zijn lage rugpijn te verlichten. Ze geven ook tips voor het omgaan met de lage rugpijn van je hond, zoals medicatie en fysiotherapie. In Nederland biedt Fit Dog Programm diverse online revalidatieprogramma’s aan om je hond onder begeleiding van een dierenarts en dierenfysiotherapeut weer terug te brengen in conditie.
c

OBSERVEER HET GANGWERK REGELMATIG
Voor, tijdens en na het canitrailen is het belangrijk om het gangwerk van je hond goed te observeren. Nu je weet hoe het zou moeten zijn, kun je goed zien hoe je eigen hond zich beweegt. Zie je opvallende kenmerken in z’n bewegingen? Heeft hij duidelijke voorkeuren voor het rechter en/of linker voorbeen? Buigt hij z’n rug in galop? Is z’n achterhand goed gespierd? Schakelt je hond makkelijk tussen de diverse gangen? Schakelt je hond makkelijk tussen de diverse gangen?

Neem tijdens jullie warming up de tijd om kort te schakelen in het gangwerk en voeg een aantal coördinatie oefeningen toe om te beoordelen of je hond nog met alle vier de poten in balans loopt. Maak ook regelmatig een filmpje van het gangwerk van je hond van opzij van achteren. Door het vertraagd af te spelen kun je beeldje voor beeldje het gangwerk van je hond bekijken.