Ken jij het gangwerk van je hond?

Ben jij aan het sporten met je hond of willen jullie gaan Canitrailen? Dan is het belangrijk om meer te weten over het gangwerk van de hond, zodat je zelfs de kleinste verandering al opmerkt.

Zie je een kleine hapering in het gangwerk van je hond dan ga je nog voordat er sprake is van een zware blessure naar een dierenarts, osteopaat, masseur of fysiotherapeut om erger te voorkomen. Daarbij hoort natuurlijk ook dat je goed bent geïnformeerd over het gangwerk van je hond.

Hoe loopt je hond normaal? Gaat hij soepel van draf naar galop in 1 pascyclus? Zie je je hond meer hijgen als normaal als hij in de galop loopt…of gaat hij liever niet in de draf en van stap meteen naar galop. “Afwijkende” kenmerken die je als sporter met je hond meteen zouden moeten opvallen.

c

HET NORMALE ZWAARTEPUNT (CG)
Het lichaamszwaartepunt is een denkbeeldig punt in het lichaam waaromheen de massa gelijkmatig verdeeld is. Dit moet zich boven het steunvlak bevinden om goed in evenwicht te kunnen blijven zonder je spieren teveel te hoeven belasten. Dit geldt zowel voor je hond als voor jou als mens.

Bij je hond bevindt zich dat zwaartepunt net richting de staart van de thoracale ledematen. Het zwaartepunt kan naar voren worden verschoven door het hoofd en de nek te laten zakken en naar achteren door het hoofd omhoog te brengen. Door het hoofd naar de zijkant te bewegen, verschuift het zwaartepunt lateraal (in zijwaartse richting). De staart (afhankelijk van zijn lengte en massa) draagt ​​ook bij aan longitudinale (in de lengterichting) en laterale (in zijwaartse richting) verschuivingen in het zwaartepunt.


In tegenstelling tot starre lichamen heeft het menselijk lichaam geen vast zwaartepunt. Het verschilt van persoon tot persoon, afhankelijk van de bouw van de persoon. Voor een bepaalde persoon kan het zwaartepunt nog variëren, afhankelijk van de relatieve positie van de lichaamsuiteinden gedurende bepaalde fysische activiteiten. Dit wil zeggen dat elke verplaatsing van lichaamsdelen t.o.v. elkaar een vormverandering betekent zodat een verplaatsing van het lichaamszwaartepunt t.o.v. het lichaam zelf plaatsgrijpt.
De plaats van de zwaartepunten van de bovenuiteinden en de onderuiteinden kunnen ook verschillen. Bijvoorbeeld wordt het zwaartepunt van het been naar achter verschoven als de knie gebogen wordt. Het zwaartepunt van de ganse arm verschuift naar voor als de elleboog gebogen wordt. Het zwaartepunt van de mens in anatomische houding (rechtopstaand met gestrekte armen langs het lichaam) ligt in het bekken voor de tweede sacrale wervel.

In het plaatje kun je zien dat het zwaartepunt van de mens in anatomische houding (rechtopstaand met gestrekte armen langs het lichaam) in het bekken voor de tweede sacrale wervel ligt. En laat nou net dat gebied zijn op precies dezelfde hoogte van het trekpunt van je hond aan de heupgordel:)
c

VOORHAND – MIDDENHAND – ACHTERHAND
Honden zijn gemaakt om vooruit te gaan want hun lichaamsgewicht wordt voor 60% door hun voorhand gedragen terwijl de achterhand slechts 40% van het lichaamsgewicht draagt. Voor – en achterhand hebben dan ook verschillende functies.

De voorhand heeft de functie om de beweging te veranderen van richting. Tevens is het de taak van de voorhand om de stuwkracht vanuit de achterhand op te vangen en door te geven naar beweging.
De achterhand bestaat uit het bekken en de achterste ledematen. Deze vormen samen de motor van de beweging en zorgt voor de belangrijkste stuwkracht. De spiermassa ter hoogte van de bilspieren dienen als extensoren van de heup en staan voor de nodige kracht die moet ontwikkeld worden om een hoge snelheid te kunnen halen.
De middenhand bestaat uit de borstkas, borstbeen, wervelkolom, rug, lendenen en is de brug tussen de voorhand en achterhand. Een sterke soepele middenhand is essentieel om de kracht, stuwing vanuit de achterhand over te brengen naar de voorhand.

Bij honden die hoge snelheden lopen is nog duidelijker te zien dat twee derde van het totale lichaamsgewicht wordt gedragen door de voorpoten en één derde door de achterpoten. “Deze verplaatsing van de zwaartekracht in de richting van de kop zorgt voor een betere acceleratie. De spieren van de achterhand zijn groter dan die van de voorhand en kunnen daarom meer kracht ontwikkelen. De voorpoten hebben tijdens hogere snelheden een andere hoofdfunctie gekregen. Ze hebben dan voor 80% een sturende functie, de overige 20% draagt bij aan de snelheid. Ze vervullen een groot aandeel van de ondersteuning van het lichaamsgewicht en van de schokabsorbering” (Poulter, 1991).

Het lopen op hoge snelheid bij honden, evenals bij andere zoogdieren, kenmerkt zich door een op- en neerwaarts buigen en strekken van de rug. Tijdens het lopen in de galop zorgt deze afwisseling voor een toename van de snelheid door de staplengte en de voortstuwende kracht van de achterpoten te vergroten (Walter & Carrier, 2007).  Wanneer een hond niet durft te strekken in rug, heupen of knieën, zal deze gaan compenseren. Bijvoorbeeld door als een konijn te gaan galopperen, waarbij beide achterpoten gelijktijdig naar voren en naar achteren bewegen en niet onafhankelijk van elkaar. Bij honden met een lange rug en korte poten zie je dit nogal regelmatig. Dit kan ook deels bouw gerelateerd zijn, omdat hun poten te kort zijn ten opzichte van hun lijf.
c

PASCYCLUS
Bij het observeren van het gangwerk van je hond kijk je goed naar de hele pascyclus.
Een pascyclus is wanneer elk van de vier poten zich 1x heeft verplaatst. Daarbij kennen we drie fases:
1. De Steunfase ; poot steunt op de grond ( het gewicht staat er vol op)
2. De Zwaaifase; poot komt los van de grond
3. De Zweeffase ; het moment waarop alle vier de poten van de grond zijn bij hoge snelheid
c

DE GANGEN
Honden gebruiken verschillende gangwerken om zich te verplaatsen. Elke hond kan zich in alle soorten gangwerk voortbewegen, maar niet elk gangwerk past even goed bij je hond op elk moment. Dat kan te maken hebben met de bouw van de hond of de haast die hij heeft, maar ook de fysieke conditie kan hierbij een rol spelen. De gangen bij honden die genoemd worden zijn:
– Stap
– Snelle Stap/ Amble
– Draf/ Trot
– Telgang/ Pace
– Korte Galop/ Canter
– Diagonale galop of Rengalop
– Rotatiegalop (alleen bij windhonden zoals Greyhounds en Whippets)

Symmetrische gangen zijn gangen waarbij de linker – en rechterlichaamshelft dezelfde beweging maken. De belasting en energie wordt gelijk verdeeld over links en rechts. De symmetrische gangen zijn Stap, Telgang en Draf. De verschillende gangen van de hond zijn perfect op video gezet door Sporthond in Conditie.

 

De meest optimale gang
Richard Taylor ontdekte in de jaren zeventig dat dieren een ‘voorkeurssnelheid’ hebben om in een bepaalde gang te lopen. Bij deze snelheid is het energieverbruik namelijk het laagste. Als de omstandigheden ertoe nopen om harder te lopen dan schakelt een dier door naar een snellere gang, maar bij voorkeur loopt hij in die gang dan weer in de optimale snelheid. Per afgelegde meter blijft het energieverbruik op die manier tamelijk constant. Per seconde neemt het energieverbruik wel toe want bij een hogere snelheid legt een dier vanzelfsprekend meer meters af. Optimalisering van het zuurstofverbruik is de rode draad waarlangs dieren hun loopsnelheid bepalen.

Honden zijn soepele lopers en switchen makkelijk van gang; de atletische honden presteren zowel op duurvermogen als snelheid behoorlijk goed. Verhoudingsgewijs verbruiken ze relatief weinig zuurstof per afgelegde meter per kilogram lichaamsgewicht. Ze hebben een hoge biomechanische en fysiologische efficiëntie. Het snel en gemakkelijk wisselen van gang, ook wel ‘schakelen’ genoemd, is een kenmerk van een goede loper. De meest lichtvoetige honden schakelen probleemloos en gaan in een of twee passen over in een andere gang. Als een hond doorschakelt naar een snellere gang mag dat dus hooguit een enkele pascyclus duren. Duurt het langer dan zie je dat terug als een onregelmatigheid. Echter bij de kleinere rassen zie je dat de speelruimte in het schakelen veel kleiner is als de grotere rassen.

De stap, draf en galop/ rengalop zijn de normale gangen van je hond. De gangen amble en telgang(pace) zijn gangen, die ook vaak bij een hond gezien worden. Alle gangen van de hond in het engels volledig uitgelegd kun je vinden op de Gaits Web Site: http://vanat.cvm.umn.edu/gaits/index.html

Er zijn volgens deze website 6 verschillende gangen te herkennen; de Canter wordt echter niet door iedereen herkend als een aparte gang. Als je het gangwerk van honden (en natuurlijk ook je eigen hond) om je heen wil bekijken en observeren, dan zijn de “telgang” en “draf” de twee makkelijkste gangen om mee te beginnen. De “stap” is mechanisch de meest gecompliceerde manier om te begrijpen.

Hieronder een korte uitleg van de verschillende gangen en een link naar een filmpje met de verschillende gangen :

Stap Walk Links achter, links voor, rechts achter, rechts voor. Er beweegt slechts 1 been tegelijk. De stap is een viertakt gang. Wat betekent dat elke poot afwisselend van elkaar de grond verlaat.

 

Snelle Stap Amble De achterste voet komt iets eerder van de grond dan de voorvoet aan dezelfde zijkant. De voeten worden samen op de grond geplaatst. Dit is een snelle stap. Oftewel het lijkt bijna of de hond in telgang wil lopen, maar de poten gaan nog net afwisselend van elkaar van de grond.

 

Draf (Kruisgang) Trot Draf is wanneer de tegenovergestelde achter- en voorbenen kruislings samen naar voren bewegen. Oftewel linksvoor en rechtsachter/ rechtsvoor en linksachter. Op volle snelheid zijn alle vier de voeten een fractie van een seconde van de grond. De draf is een tweetakt gang. Waarbij de diagonale poten gelijktijdig naar voren of naar achteren bewegen. Het is goed geschikt voor ruwe, onregelmatige grond en voor het reizen van lange afstanden met een redelijke snelheid. Het werk wordt gelijkmatig verdeeld over alle vier de ledematen. Door de diagonale ondersteuning is het gemakkelijk om het evenwicht te behouden.
Telgang Pace De Pace is een draf de achter- en voorvoet van dezelfde kant de grond tegelijkertijd verlaten. Wanneer een hond in telgang beweegt in stap (Amble) of draf (Pace), gaan bijvoorbeeld RV en RA tegelijktijdig naar voren, waarbij LV en LA op de grond blijven staan.
Het is een tweetaktgang, net als de draf/ trot
Dit is een van de meest efficiënte gangen voor lange afstanden, echter wel minder stabiel als de draf (kruisgang). Deze gang lijkt minder spierkracht te vereisen dan de draf (minder verticale oscillatie). Verticale oscillatie kunnen we omschrijven als de op- en neerwaartse beweging tijdens het lopen. Een te grote verticale oscillatie leidt tot energieverlies. Bij een te grote op- en neerwaartse beweging gebruik je je energie meer voor de opwaartse dan voor een voorwaartse beweging. Daardoor benut je je capaciteiten niet ten volle.

 

Galop
(Korte galop)
Canter De korte galop is een drietakt gang die voor lange afstanden wordt gebruikt, omdat deze soepel is en de hond helpt energie te besparen. Het exacte patroon is net als de rengalop maar hierbij worden bij een rechtergalop de rechterachtervoet en de linkervoorvoet tegelijkertijd neergezet. Het ziet er qua ritme uit als 1-2-3 De galop is voor veel honden de werkgang. De galop heeft de voorkeur als de hond over een lang recht stuk loopt, omdat het niet vermoeiend is en goede ondersteuning biedt.

Vanwege de gelijkmatige verdeling van de ondersteuning (statief met achterpoot gevolgd door statief met voorpoot), is deze galop geschikt voor ruw terrein.

 

Galop
(Rengalop)Galop
(Draaiende galop) 

 

 

 

 

Gallup

 

 

 

De rengalop is een viertakt of viertelgang.  Bij een rechtergalop wordt eerst de linkerachtervoet neergezet, gevolgd door de rechterachtervoet, de linkervoorvoet en de rechtervoorvoet, waarna een zweefmoment volgt. De rechtervoorvoet maakt daarbij voor de afzet een langere stap, terwijl de linkerachtervoet de landing maakt. De rechterachtervoet levert de meeste kracht voor de afzet.

De draaiende galop is een viervoudige, asymmetrische rengalop die alleen voorkomt bij windhondenrassen . Dit is de enige gang waarbij de hond volledige extensie bereikt met de voorpoten naar voren gestrekt en de achterpoten naar achteren gestrekt, de rug buigt en buigt met de achterpoten voor de voorpoten en de voorpoten achter de achterpoten.

De rengalop is een versnelde galop, waarbij de hond op zijn max rent en snel vermoeid raakt. De rengalop is voor veel honden de snelste gang en wordt geclassificeerd als asymmetrisch. Het is een viergangengang met vering waarbij alle benen van de grond worden getild.

 

Bij de draaiende galop halen de achterpoten de voorkant in, wat betekent dat de hond in elke cyclus twee zweefmomenten kent. Het is deze gang die windhondenrassen zoals Greyhound, Whippet, Galgo en Saluki zo snel maakt, ook al biedt deze gang, ondanks de snelheid, niet veel uithoudingsvermogen. Andere honden kennen deze gang niet.

 

 

Tijdens de trainingen waarin je het duurvermogen wil uitbreiden is de draf voor je hond de meest efficiënte en energiezuinige gang om zich voort te kunnen bewegen. De draf is sneller dan de stap, maar niet zo snel als de galop. Wolven zijn perfect gebouwd voor het – in draf – onvermoeibaar afleggen van lange afstanden. Wolven waren in draf in staat om 160 kilometer per dag af te leggen. In draf lopen zij met de kop in het verlengde van de rug of zelfs lager. Veel honden houden de kop een stuk hoger bij het lopen waardoor ze in de draf minder efficiënt kunnen bewegen. De draf is energiezuinig, stabiel en het minst vermoeiend. Perfect dus voor de langere Canitrails.

Wil je de snelheid en kracht van je hond verder ontwikkelen voor bijvoorbeeld een snellere korte afstand dan verwerk je de galop over rechte paden in jullie training. Snel door de bochten in galop willen gaan kan volgens onderzoeken het risico op blessures verhogen. Mijn advies is om bij nog onvoldoende getrainde honden veel rechte stukken uit te kiezen zonder teveel hoogtemeters of bochten om het risico op blessures te verkleinen.
c

TELGANGEN: IS DAT FOUT ?
De telgang of pace is een laterale gang met twee fases. Het lichaamsgewicht word steeds van de linker zijkant naar de rechter zijkant geslingerd (je ziet de achterhand van links naar rechts draaien – het wiebelende kontje). De hond heeft op ieder moment 2 poten aan de grond aan dezelfde kant. Bijvoorbeeld Rechtsvoor en Rechtsachter tegelijktijdig naar voren, waarbij Linksvoor en Linksachter op de grond blijven staan.

De telgang of pace wordt vaak beschouwt als een ‘verkeerde’ gang echter bij het canitrailen van lange afstanden zien we vaker honden in telgang lopen. Telgang heeft namelijk ook zo z’n voordelen. Het zwaartepunt wordt goed in de richting van de voortstuwing voortbewogen, dus kost het je hond minder energie. De zijwaartse verplaatsing is groter en dus is er minder verticale oscillatie (op en neerwaartse beweging tijdens het lopen). In de telgang zijn hoge snelheden niet mogelijk, maar op de langere canitrails is dat ook niet noodzakelijk.

Honden met een korte rug en/of lange poten hebben meer kans om te gaan telgangen net als jonge dieren en dieren die wat vermoeid zijn. Soms heeft een hond niet het juiste tempo, waardoor ze eerder gaan telgangen in plaats van over te gaan in een draf. Om in de diagonale draf te komen hebben sommige honden meer tempo nodig om uit de telgang te kunnen komen. Zie je je hond telgangen? Ga dan eens versnellen naar een galop en weer terug naar een draf. Kijk of je hond dan ineens wel in de kruisgang gaat. Gaat je hond inderdaad over naar een normale draf (kruisgang) dan is er het waarschijnlijk zo dat je voor je hond te langzaam ging voor zijn kruisgang draf.

Een hond met een hoger gewicht, zal eerder de voorkeur tot telgangen hebben, omdat een zwaardere hond meer energie verbruikt om los te komen van de grond bij een zweeffase. De gemoedstoestand zou ook nog een rol kunnen spelen in het telgangen. Bijvoorbeeld bij angstige honden. Deze honden hebben meer spanning in hun lijf. En hebben meer de neiging tot hyperflexie in de wervelkolom. Hiermee verkorten ze hun rug. Ook bouwen ze meer spierspanning op waardoor de beweeglijkheid van de wervelkolom beperkter wordt. Maar er zijn ook honden die van nature in de telgang lopen zoals de Wetterhoun.

Telgang door klachten
Telgangen kan ook voortkomen uit klachten. Daar moet dan ook altijd rekening mee worden gehouden.
75% van de casuïstieken die aan telgangen doet, is aangeleerd.
25% van deze honden hebben een klacht.

Wanneer een hond aan telgangen doet in stap of draf vanuit klachten, doet de hond dit om zo zijn rug minder te hoeven bewegen en om zijn rug te ontlasten. Na een herstelperiode van een bezoekje aan de osteopaat of fysiotherapeut zou je verschil moeten kunnen zien als je hond telgangt vanwege een blokkade.
c

LAGE RUGPIJN
Lage rugpijn is een veel voorkomend probleem bij honden en goed te zien in het gangwerk van je hond. Het kan worden veroorzaakt door verschillende factoren, zoals verwondingen, artritis en spierspanning. Hun gangwerk wordt behoorlijk beïnvloed omdat de middenhand niet langer het doorgeefluik kan zijn tussen de achterhand en voorhand.

Honden met klachten aan de iliopsoas spier springen helemaal niet meer of durven in de afzet hun achterpoten niet meer naar achteren te zwaaien. Ze kunnen met een bolle rug lopen, en willen hun achterpoten niet meer strekken boven de sprong. Een verkeerde coördinatie of een glijpartij op het verkeerde moment kan tot deze blessure leiden.

 

 

In deze video concentreren de makers zich op de psoas-spier, die strak kan worden en kan bijdragen aan lage rugpijn bij honden. Ze beginnen met het bespreken van de anatomie van de psoas-spier en hoe deze lage rugpijn bij honden kan veroorzaken. Vervolgens demonstreren ze verschillende rekoefeningen en oefeningen die je thuis kunt doen om de psoas-spier van je hond los te maken en zijn lage rugpijn te verlichten. Ze geven ook tips voor het omgaan met de lage rugpijn van je hond, zoals medicatie en fysiotherapie. In Nederland biedt Fit Dog Programm diverse online revalidatieprogramma’s aan om je hond onder begeleiding van een dierenarts en dierenfysiotherapeut weer terug te brengen in conditie.
c

OBSERVEER HET GANGWERK REGELMATIG
Voor, tijdens en na het canitrailen is het belangrijk om het gangwerk van je hond goed te observeren. Nu je weet hoe het zou moeten zijn, kun je goed zien hoe je eigen hond zich beweegt. Zie je opvallende kenmerken in z’n bewegingen? Heeft hij duidelijke voorkeuren voor het rechter en/of linker voorbeen? Buigt hij z’n rug in galop? Is z’n achterhand goed gespierd? Schakelt je hond makkelijk tussen de diverse gangen? Schakelt je hond makkelijk tussen de diverse gangen?

Neem tijdens jullie warming up de tijd om kort te schakelen in het gangwerk en voeg een aantal coördinatie oefeningen toe om te beoordelen of je hond nog met alle vier de poten in balans loopt. Maak ook regelmatig een filmpje van het gangwerk van je hond van opzij van achteren. Door het vertraagd af te spelen kun je beeldje voor beeldje het gangwerk van je hond bekijken.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *